De economische crisis is voorbij: tijd voor The Next Gen?

Het is 2017. De economische storm van de afgelopen jaren is gaan liggen. Familiebedrijven hebben behoorlijk last gehad van deze crisis. Omzetdalingen, traag betalende klanten of – erger nog – faillissementen van klanten. Verminderde liquiditeit waardoor betalingsachterstanden ontstonden en er druk kwam vanuit de bank om de afgesproken ratio’s te halen. De Bijzonder Beheer-afdelingen van banken draaiden overuren. Maar de crisis heeft ook een keerzijde.

De andere kant van de crisismedaille is dat het ook de noodzaak onderstreept scherpere keuzes te maken. In een tijd van crisis wordt er iets extra’s gevergd van het ondernemerschap. Veel familiebedrijven hebben van de nood een deugd gemaakt door ingrijpende maatregelen te nemen die noodzakelijk waren om de onderneming weerbaarder te maken, en daarmede klaar voor de toekomst. Zo hebben veel organisaties het personeelsbestand meer in lijn met de nieuwe werkelijkheid gebracht. Maar een crisis vergt ook extra creativiteit. Om te voorkomen dat er uitsluitend defensief wordt gehandeld, hebben veel ondernemers getracht nieuwe markten aan te boren en/of nieuwe producten te ontwikkelen.

Bedrijfsoverdracht
Het economische tij dwong familiebedrijven zich vooral te focussen op de continuïteit van de organisatie. Hierdoor was er minder aandacht voor de familie en thema’s als bijvoorbeeld (toekomstige) eigendomsoverdracht. En dat terwijl familiebedrijven zich juist kenmerken door de verstrengeling van familie en bedrijf. Nu het weer beter gaat met de BV Nederland en bovendien veel eigenaren van familiebedrijven op een leeftijd komen dat ze na gaan denken over stoppen, rijst de vraag: is het tijd voor de volgende generatie?

Een belangrijk thema als een bedrijfsoverdracht roept vragen op als ‘Wat is de langetermijnvisie van de onderneming?’, ‘Kunnen wij als familie deze toekomstvisie waarmaken?’, ‘Zo nee, accepteren wij dan hulp van buiten de familie?’, ‘Wat is het juiste moment voor een overdracht naar de volgende generatie?’, ‘Hoeveel invloed hebben fiscale of financiële aspecten op deze keuze?’, ‘Gaat de volgende generatie de onderneming ook daadwerkelijk leiden?’, ‘Kunnen alle gezinsleden het bedrijf overnemen, of uitsluitend degenen die er actief werkzaam zijn?’, ‘Is de familie er voor de organisatie, of is die er voor de familie?’, ‘Hoe regelen we ná overdracht de zeggenschap binnen de onderneming?’, ‘Is de overdrager überhaupt financieel onafhankelijk genoeg de onderneming over te kunnen dragen?’, enzovoorts.

Timing
In de praktijk wordt een bedrijfsoverdracht (te) vaak opgestart op basis van aanwezige fiscale faciliteiten. Zo hebben we in Nederland een relatief ruimhartige fiscale BedrijfsOpvolgingsRegeling (hierna BOR) die het mogelijk maakt om onder voorwaarden bij schenking van een onderneming [1] de inkomstenbelastingclaim door te schuiven naar de begiftigde. Daarnaast kan worden gevraagd om kwijtschelding van 83 procent van de schenkbelasting. Dat betekent dat de effectieve belastingdruk bij schenking van een onderneming nog maximaal 3,4 procent [2] bedraagt. Stel dat een ondernemer zijn zaak verkoopt en daarna een zogenaamde geldzakvennootschap schenkt aan zijn kinderen. In dat geval is hij veel en veel meer belasting verschuldigd [3]. Dit enorme verschil in belastingdruk maakt het voor een ondernemer aantrekkelijk tijdig na te denken over bedrijfsoverdracht naar de volgende generatie.

Conclusie
De BOR maakt een overdracht van de onderneming aantrekkelijk, en zelfs verleidelijk. Zeker nu het niet duidelijk is of het volgende Nederlandse kabinet deze regeling in stand laat. Maar het advies luidt om eerst en vooral aandacht te hebben voor de essentiële vragen en keuzes die grote invloed kunnen hebben op het succes en daarmede de continuïteit van de onderneming, maar óók op het welzijn van de familie en de onderlinge verhoudingen.

Om die reden vergt een bedrijfsoverdracht een intensieve voorbereiding. Hierbij moeten alle betrokkenen de tijd nemen om zich een helder beeld te vormen van hun eigen rol en die van de familie bij de onderneming op de lange termijn. De continuïteit van het bedrijf, maar ook die van de familiebanden, staan hierbij centraal. In de praktijk wordt bij een bedrijfsoverdracht (te) vaak gekeken naar de fiscale faciliteiten of het bedrijfseconomische optimale moment. Wij zijn van mening deze argumenten nooit leidend mogen zijn. De visie over de toekomst en de continuïteit van de onderneming en de familiebanden vormen de basis van een goed besluit omtrent een bedrijfsoverdracht.

Niels Govers (links op de foto, partner bij Clavis en familiebedrijfskundigen bij De Kroniek B.V.) en Theo van Eijck (rechts, familiebedrijfskundigen bij De Kroniek B.V.)

[1] Met onderneming wordt hier bedoeld aandelen of certificaten van aandelen in een (of meerdere) vennootschappen waarin een materiële onderneming wordt gedreven.

[2] Effectieve heffing van schenkbelasting over zeventien procent tegen een toptarief van twintig procent betekent een maximale belastingdruk van 3,4 procent. Gemakshalve houden we hierbij geen rekening met de vrijstelling van ruim 1 miljoen euro.

[3] 25 procent inkomstenbelasting en twintig procent schenkbelasting.

Blijf op de hoogte met onze maandelijkse nieuwsbrief