Zorgvuldig investeren: CEO Ronald Prince over Koninklijke Smilde
15 januari 2024 - redactie Fambizz
Familiebedrijven wagen zich niet snel over de landsgrenzen. Ze zijn bang alles te verliezen wat ze hebben opgebouwd.
De behoudende bedrijfsvoering van familiebedrijven staat buitenlandse expansie in de weg. Groeikansen blijven hiermee onbenut. Dat is de belangrijkste conclusie uit een studie van het Nederlands Centrum voor het Familiebedrijf (NCFB) in samenwerking met de Rabobank, dat vandaag gepubliceerd werd. Familiebedrijven wagen zich niet snel over de landgrens, omdat ze bang zijn alles wat ze hebben opgebouwd te verliezen. Uit een interview in Het Financieele Dagblad van vandaag blijkt dat die angst groter is dan bij andere bedrijven. Coen Rigerting, assistant professor verbonden aan Utrecht University School of Economics: “Omdat alles zelfstandig is opgebouwd, al dan niet door voorgaande generaties, hebben zij het gevoel dat ze ook veel meer kunnen verliezen dan beursgenoteerde ondernemingen die risico’s kunnen nemen met andermans geld.”
In eigen tempo
Van alle familiebedrijven is 60 procent in het buitenland actief. Niet alle familiebedrijven durven die stap aan, terwijl uit het onderzoek blijkt dat juist deze bedrijven vanwege hun karakter bij uitstek geschikt zijn om te internationaliseren. Snel scoren is niet nodig, omdat winst op korter termijn minder zwaar telt dan de langetermijnontwikkelingen. Er spelen vrijwel nooit belangen mee van aandeelhouders of externe gelschieters, waardoor de ondernemers stapje voor stapje de buitenlandse markt op kunnen. Er lijkt dus veel potentie te zijn, juist voor familiebedrijven, om gezond te ondernemen in het buitenland.
Strategie
Het NCFB geeft in het onderzoek een aantal adviezen om de gang naar het buitenland te vergemakkelijken. Zo kan het zinvol zijn om, als familie-eigenaren onnodig op de rem trappen, niet-familieleden te betrekken in de strategie. Buitenstaanders zouden objectiever kunnen oordelen over kansen en bedreigingen. Dit kan in de vorm van een outside-directeur in het familiebedrijf of een raad van commissarissen met onafhankelijke geesten. Periodieke familiebeenkomsten houden onbegrip en voorderelen weg en houden het draagvlak op peil.
