Groot deel familiebedrijven strandt bij opvolging

Van alle familiebedrijven overleeft slechts 30 tot 35 procent de generatiewisseling. Bij het switchen naar de derde generatie blijft minder dan vijf procent bestaan.

Rabobank, accountants- en advieskantoor BDO en Erasmus Centre for Family Business hebben dinsdag aangekondigd nader onderzoek te gaan doen naar aanleiding van de slechte percentages. Daarbij worden familiebedrijven onder de loep genomen op de punten organisatie, strategie en bestuur.

Lees ook: Volgende generatie familiebedrijf haakt af

Controle voormalig eigenaar
Dat bepaalde familiebedrijven minder succes boeken valt deels te wijten aan de passieve en meer conservatieve opstelling van de nieuwe eigenaren. Doordat de ouder(s) hen vaak nog dicht op de huid zitten en veel controle uitoefenen, hebben de kinderen minder vrijheid en zelfstandigheid in het voortzetten van het bedrijf. Vaak behoudt de voormalig eigenaar daarbij een doorslaggevende stem bij belangrijke en strategische besluiten. Pursey Heugens, hoogleraar bij Rotterdam School of Management, noemt dit ‘het-eerste-generatiesyndroom’. Via een gouden aandeel wordt de controle behouden, waardoor de opvolger weinig vrijheid krijgt om te ondernemen. Heugens beschrijft dit als een overdracht zonder vertrouwen.

Dividend
Een andere factor waardoor de innovatie van het bedrijf wordt geremd, zijn familieleden die dividend verlangen. Hierdoor is er minder geld voor nieuwe investeringen, waardoor de onderneming moeilijk vooruit kan. Om een overname te laten slagen zou de nieuwe eigenaar alle beslissingsrechten moeten krijgen. De familieleden die alleen maar dividend ontvangen, moeten uitgekocht worden. Een andere optie is familieleden aan het hoofd zetten van verschillende bedrijfstakken.

Bron: Het Financieele Dagblad

Blijf op de hoogte met onze maandelijkse nieuwsbrief