Begrip ‘waarde’ probleem bij verdeling na echtscheiding

Nieuwerkerk a/s IJssel, 12 november 2012 – Met enige regelmaat krijgen familiebedrijven te maken met echtscheiding. Indien het huwelijk in gemeenschap van goederen was gesloten en beide partijen hebben andere ideeën over de waarde van het ondernemingsvermogen, dan beslist de rechter voor welke prijs de onderneming in de verdeling moet worden opgenomen. Bepaald geen gemakkelijk proces, maar bedrijfseconomische theorie biedt houvast.

Scheiden is lijden. Vooral vanwege alle emotionele aangelegenheden. Maar ook zakelijk en financieel is de impact niet zelden groot. Jaarlijks vinden er ongeveer 5000 echtscheidingen plaats waarin een ondernemingsvermogen verdeeld moeten worden. Echtscheiding van een ondernemer of van een directeur-grootaandeelhouder levert bijzondere problemen op als de  onderneming tot de huwelijksgemeenschap behoort. Het waarderen hiervan komt in menig onderdeel van de juridische literatuur als struikelblok naar voren.

Dit heeft vooral te maken met een gebrek aan eenduidigheid als het gaat om het begrip ‘waarde’. In de wet ontbreekt het houvast en waardering is een onderwerp van rechtersrecht. De richtlijnen moeten uit de uitspraak gedestilleerd worden; uit een gevarieerdheid van uitspraken die niet allemaal met elkaar overeenkomen. Dat levert soms weer nieuwe vragen op.

Juridisch startpunt
Voor het waarderen van een onderneming is het juridisch startpunt het waarderen van het ondernemingsvermogen. De blik gaat al snel uit naar de balans van de onderneming, waar een opsomming staat van de goederen en de schulden. Maar omdat de balans met een andere reden dan waardebepaling is opgesteld, gaat het al snel wringen. Er wordt onderkend dat er meer kan zijn dan vermeld.

De rechtspraak kan haar voordeel doen met een fundamentele benadering van het begrip waarde vanuit de bedrijfseconomische theorie. Waarde is de kwantitatieve uitdrukking, meestal in geld, van het nut. Waarde is dus subjectief bepaald en elke waardebepaling is een schatting. Vanuit het klassieke, goederenrechtelijke, juridische perspectief is dat wennen.

Economische waardebepaling
Maar de klassieke benaderingen van het begrip waarde voldoen voor het waarderen van een onderneming in de rechtspraak rond een echtscheiding niet. De economische waarde kan wel uitkomst bieden. Eigenlijk is het de logische wijze waarop een belegger naar zijn investering kijkt: tegenover de investering moet een zodanige inkomende geldstroom staan dat de investering zinvol is.

Kortom: de toekomst moet worden gewaardeerd. Voor winsten die in een verleden al zijn behaald, wordt niet betaald. Een bepaling van de economische waarde geeft niet alleen een getal, maar ook inzicht in wat waarde bepaalt. Met economische waardebepaling zijn de als struikelblokken ervaren vraagstukken een stuk eenvoudiger te hanteren. Ik pleit er dus ook voor dat die bedrijfseconomische theorie meer wordt toegepast.

Gerda Briggeman, register valuator bij dga-assist®

Blijf op de hoogte met onze maandelijkse nieuwsbrief