Column: De gouden verkiezingstip [Marlies van Wijhe]

Morgen mogen we weer met z’n allen naar de stembus. Het zoveelste kabinet is er niet in geslaagd de vier jaar durende rit uit te zitten. Men was nog maar net demissionair of de dames en heren waren alweer aan het jagen op stemmen. Dit is vooral niet gelijk aan de geest van het familiebedrijf. Wij proberen juist in generaties te denken en niet in kwartalen of 2-jaarstermijnen. Want wees eerlijk; zodra er een nieuw kabinet arriveert in de Tweede Kamer is het eerst een jaartje opstarten. Dan komt er een tijd om lekker te draaien, vervolgens gaat het kabinet bijsturen op het kortetermijnresultaat en het laatste jaar, als het dat al haalt, is het alweer bezig met de verkiezingen. Toch?

De afgelopen jaren is vooral vanuit bedrijven zelf sterk gewezen op het familiebedrijf als uiterst belangrijke groep om de crisis in Nederland te lijf te gaan. Maar ook verschillende verenigingen van familiebedrijven en onderwijsinstellingen proberen dit onder de aandacht te brengen. Het economische belang hiervan doet niet alleen opgang in Nederland, maar is ook internationaal een belangrijk issue. Deze bedrijven blijken in veel Europese landen een sterke economische factor. “Familiebedrijven leveren een opvallende en sterk onderschatte bijdrage aan de Europese economie”, meldt een internationaal rapport van accountant E&Y (2010) dan ook.

Dit kwartje lijkt zo langzamerhand ook bij de politici in Den Haag te vallen. En dat is natuurlijk goed nieuws. Onlangs was ik te gast bij Maxime Verhagen (CDA) om tijdens een diner met een vijftiental andere grote Nederlandse familiebedrijven te praten. Onder andere de belangen van het familiebedrijf kwamen aan bod. Hoe kunnen deze, als belangrijke economische entiteit, beter behartigd worden vanuit de overheid? Het was een productieve avond die hopelijk voor de nodige input heeft gezorgd als het gaat om nieuw beleid.

In Forum, het VNO-NCW blad, las ik dat Tweede Kamerlid Paulien Smeets (PvdA) de familiebedrijf-filosofie innig omarmde. Vooral het denken in generaties – waar heb ik dat toch eerder gehoord? -, een goede financiële buffer en betrokken medewerkers spraken haar aan. Prachtig dat we deze geluiden nu horen op de plaats waar ook de verkiezingsstrijd is losgebarsten.

Nu de regelgeving nog, want die laat nog wat te wensen over. Daarom komt hier een hartenkreet vanuit de familiebedrijven: laat eens blijken dat jullie ons tegemoet willen komen. Dit kan door een actieve open opstelling aan te nemen als het gaat om de regelgeving die het beleid van familiebedrijven nogal eens negatief beïnvloedt. Zie ons als een eigen klantengroep. Net zoals bedrijven hun markt in klantengroepen indelen met bijbehorende wensen en eigenschappen, zou Den Haag dat ook eens moeten doen. Politici van ons land, grijp uw kans met deze gouden verkiezingstip en maak er werk van!

Blijf op de hoogte met onze maandelijkse nieuwsbrief