Column: En toen was het te laat [Jeannette van den Ingh]

Monique Atsma zit diep in gedachten verzonken aan het bureau van Fred, haar, vier maanden geleden, overleden man. Hij kreeg een fataal auto-ongeluk en was direct dood. Drieënvijftig jaar was hij. Te jong, veel te jong. Monique zucht diep. In haar hand ligt haar mobiel, waarmee ze net een gesprek heeft gevoerd met de accountant, Gerrit van Zanten.

Sinds de dood van Fred is Gerrit van Zanten een steun voor haar en zeker een vraagbaak. Maar toch, zij moet het doen, zij staat alleen voor de bok. Haar schoonvader is al 78. Kapot van verdriet. Hij doet wat hij kan… En Liesbeth, hun enige kind, doet dezelfde studie in Delft die Fred ook had gedaan; civiele techniek. Maar Liesbeth is nu pas tweedejaars. Dat is ook te jong, veel te jong.

Monique heeft spijt als haren op haar hoofd dat ze er nooit van te voren met elkaar over gesproken hebben, Fred en zij. Dat er niets op papier staat, voor het geval dat… En met afgrijzen realiseert ze zich, dat dat nu nog steeds zo is; er staat niets op papier. Als haar nu iets overkomt, staat haar dochter er net zo voor, als zij vorig jaar. Met dit verschil dat Liesbeth nog echt te jong is.

Monique had destijds direct voor onbepaalde tijd vrij genomen bij haar werkgever, een groot bureau waar zij een van de partners was. Ze hadden met haar meegedacht en haar alle tijd gegeven. Maar ze snapt ook dat ze onderhand willen weten wat ze gaat doen, of ze terug komt en op welke termijn. Direct na de begrafenis heeft ze zo goed en kwaad als dat ging, de leiding overgenomen van het familiebedrijf. En wat heeft ze in die korte tijd een ongelooflijke hoeveelheid geleerd. De medewerkers en de klanten hadden haar niet laten vallen. In tegendeel. Maar was dat genoeg? Kan zij zo het bedrijf blijven leiden? Kan ze dat het bedrijf aandoen en kan ze dat zichzelf aandoen? Het was immers niet háár bedrijf. Het was niet háár passie.

“Je kunt een aantal dingen doen”, had Van Zanten gezegd, “maar zorg er voor dat je eerst een goede neutrale gesprekspartner hebt, die alle opties open laat.” Ze kent de opties als geen ander:

– Het bedrijf verkopen. Het bedrijf is solide, ze staan er goed voor. Er zijn volgens Van Zanten zeker kopers voor te vinden. Maar zou Fred dat gewild hebben? En is het in belang van de kinderen? Ze zullen wel volledig uit de financiële “onzekerheid” zijn. Iedereen kan dan doen waarvan hij of zij droomt. Zij ook! Maar het bedrijf is al vier generaties in de familie. Freds vader, grootvader en overgrootvader hangen op linnen, in de hal van het bedrijf. Freds foto hangt er naast, nog met rouwlint. Kan ze zo’n lange familietraditie zo maar opgeven? Wat zal dat voor haar schoonvader betekenen? Het bedrijf is alles voor hem. En kan ze hierover de mening van Liesbeth vragen? Zal zij zich niet verplicht voelen? Zal zij zich door die vraag niet belemmerd voelen? Ze moet toch vrij zijn om te kiezen?
– Zelf de leiding blijven houden, eventueel met steun van een goede bedrijfsleider, en wachten tot Liesbeth afgestudeerd is. Misschien kan haar schoonvader haar toch helpen in de toekomst. Hij weet als geen andere de relatie tussen de vastgelegde familiewaarden en de bedrijfsvisie en doelstellingen. Dan zou ze in ieder geval het bedrijf niet verkwanselen. Dan houdt ze de traditie in ere. Maar Liesbeth zou dan niet vrij zijn in haar keuze en zeker niet elders kunnen werken om te kijken waar háár echte passie ligt. En dat geldt voor haar zelf ook. Ze moet dan haar eigen carrière opgeven. De gedachte alleen al doet zeer.
– De derde optie is een externe algemeen directeur aantrekken. Een interim, een tussenpaus. Ze zouden hem/haar voor vijf jaar aan kunnen stellen met een optie van nogmaals drie jaar. Het grote voordeel daarvan is dat zij haar eigen baan weer op kan pakken. En haar schoonvader kan dan alsnog helpen; hij is zeker nog niet uitgerangeerd. Liesbeth kan dan alle tijd nemen. In volledige vrijheid. Kiezen vanuit het hart.

In ieder geval is het zinnig om een commissaris aan te stellen, misschien wel een Raad van commissarissen. Professionele mensen die volledig de verantwoordelijkheid kunnen nemen over de continuïteit van het bedrijf, ongeacht wat zij en haar dochter ook zouden kiezen. Dat zou Fred in ieder geval hebben gewild. Een neutraal iemand die zorgt voor continuïteit. Ze zucht nogmaals. Dan zoekt ze een nummer op in haar mobiel. Even later klinkt de jonge stem van Liesbeth: “Hi, mam.”
“Dag lieverd, fijn dat je opneemt. Ik wil met je spreken. Het gaat over de zaak.”

Blijf op de hoogte met onze maandelijkse nieuwsbrief