Column: Nadenken over familiestatuut [Erik Wierstra]

Eind april stond in Trouw een interessant artikel over jonge, hoogopgeleide zzp’ers. Deze zzp’ers gaan vol optimisme de toekomst tegemoet. Optimistisch? Prachtig. Maar zijn ze ook realistisch? Denken ze voldoende na?

Geen vast inkomen, dat is helder. Dat betekent geen hypotheek. Ook oké. Een vraag als ‘Hoe zit het met je pensioen?’ Ach, dat komt later wel. En: ‘Hoe zit het indien je ziek wordt?’ Tja, een arbeids­ongeschikt­heidsverzekering… Misschien later; dat is nu veel te duur. Of: ‘Wat als jij een ongeluk krijgt?’ Hoezo? Ik? Ik krijg geen ongeluk! Niet over deze vragen nadenken is op korte termijn een effectieve strategie. Althans, voor je gemoedsrust en zolang het goed gaat.

Soortgelijke vragen kunnen we ook stellen aan familiebedrijven. Wat doe je bij calamiteiten als overlijden, arbeidsongeschiktheid, een ongeluk, scheiding? Wie neemt de leiding van het bedrijf over? Is de financiële positie van het familiebedrijf wel sterk genoeg om bestand te zijn tegen dit soort calamiteiten? Uit onderzoek blijkt dat slechts zo’n 30 procent van de familiebedrijven voorbereid is op calamiteiten en dat de bijbehorende scenario’s in een familiestatuut zijn vastgelegd.

Een familiestatuut is een verzameling van afspraken tussen alle relevante betrokkenen van het bedrijf en is met name bedoeld voor situaties waar je liever niet aan wil denken. Maar laten we er nu toch even bij stilstaan. In mijn omgeving zijn er voorbeelden te over. Zo was er een DGA van een familiebedrijf die bij een preventieve check-up prostaatkanker bleek te hebben en binnen twee jaar overleed. Zijn kinderen – net twintigers – waren niet van plan het bedrijf over te nemen en waren daar dus ook niet op voorbereid. Wie zou immers denken dat vader al op zijn 56e zou overlijden? Hij was immers nooit ziek! Naast hoop en vrees rond vaders’ voortbestaan, moet dan door hem en de rest van de familie ook nog worden nagedacht over de vraag hoe het bedrijf kan voortbestaan. Management buy in, management buy out, of toch naar de kinderen? Helaas ken ik te veel van deze – zeker menselijk gezien – afschuwelijke verhalen.

De DGA, de rest van de familie en het bedrijf waren niet op een dergelijke crisis voorbereid. Hen zou geen ongeluk overkomen. En ziek worden? Een ander misschien. Het overkwam hen toch. Zoiets wens ik natuurlijk niemand toe, maar voorbereid zijn op die zaken zou wel goed zijn. Hoe ver ben jij al met het familiestatuut?

Blijf op de hoogte met onze maandelijkse nieuwsbrief