Het is niet denderend gesteld met de concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven, concludeert een Duits onderzoek. EU-landen blijven achter ten opzichte van de VS, Canada en Zwitserland.
In de Länderindex Familienunternehmen 2022, een ranglijst die is samengesteld door het Leibniz Centre for European Economic Research (ZEW), zakte Nederland van plaats vier naar negen. De ranglijst laat zien dat de meeste EU-landen die zijn onderzocht steeds verder achterlopen op de VS en Canada. ‘Dat onderstreept ook het belang van beleid op EU-niveau’, stelt Rainer Kirchdörfer. Hij is voorzitter van de Duitse Stichting voor Familiebedrijven, de opdrachtgever van het onderzoek.
Nauwelijks aandacht
In Nederland wordt het beeld onderkend, schrijft ook het FD. Directeur Albert Jan Thomassen van de belangenorganisatie van familiebedrijven FBNed herkent het beeld dat het onderzoek schetst. Ook ziet hij een aantal oorzaken van de verslechterende concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven, te beginnen met weinig aandacht voor innovatie, met name op de lange termijn. ‘Er was in Nederland een jaar of tien nauwelijks aandacht voor fundamenteel onderzoek’, aldus Thomassen. ‘Daar heeft minister Dijkgraaf nu eindelijk geld voor beschikbaar gesteld, maar het zal nog even duren voor dat resultaat oplevert.’
Om het tij te keren, zouden politici de huidige economische crisis moeten zien als een kans om het roer om te gooien, zeggen de onderzoekers. Daarbij zouden zij zich onder meer moeten richten op het verminderen van de verlammende regeldruk. Ook zouden belastingregels best wat gunstiger mogen en is een omslag in het onderwijs noodzakelijk. Ook voor Nederland zou minder regeldruk goed zijn, zegt Thomassen. Maar volgens hem zou ons land ook binnen Europa moeten blijven streven naar gelijke regelgeving.
