Curaçaose familiebedrijven in gevaar

Zwolle – Evenals in Nederland kampen ook familiebedrijven op Curaçao met opvolgingsproblemen binnen het familiebedrijf. Veel potentiële opvolgers trekken weg van het eiland en dit zorgt voor problemen.

De aanzuigende werking van Nederland op jonge Antillianen stelt familiebedrijven op Curaçao voor een uitdaging. De potentiële opvolgers van familiebedrijven op het eiland trekken met name richting Nederland voor het volgen van een opleiding. Wanneer deze opleiding is afgerond, keren zij vaak niet meer terug naar Curaçao, waardoor de voortzetting van het familiebedrijf in gevaar komt. Dit blijkt uit onderzoek van BDO en Maduro & Curiel’s Bank (MCB) dat werd uitgevoerd door een studente van de Windesheim University of Applied Sciences. Als het opvolgingsprobleem zich blijft ontwikkelen zoals het nu doet, is dit een serieuze bedreiging voor het voortbestaan van familiebedrijven op Curaçao.

Gebrek aan opvolgers
Het gebrek aan opvolgers afkomstig uit de familie op Curaçao is schijnbaar een onoverkomelijk probleem. Er zijn op Curaçao weinig mensen binnen de familie die als opvolger het familiebedrijf in willen gaan. Dit komt met name doordat veel studenten in hun jeugd kiezen voor het volgen van een opleiding in het buitenland. Maar ook het vinden van externe opvolgers is geen eenvoudige klus. Door de geringe omvang van het eiland zijn er niet  veel geschikte mensen die een toegevoegde waarde zijn voor het bedrijf.

Uitstellen
We zien het probleem ook regelmatig in Nederland: het steeds verder vooruit schuiven van de opvolging binnen het familiebedrijf wanneer er geen geschikte opvolger beschikbaar is. Op Curaçao is dit niet anders. “Als men uiteindelijk niet meer om het opvolgingsvraagstuk heen kan en beslissingen genomen moeten worden, ontstaan vaak grote problemen die bij een tijdige planning en onder professionele begeleiding relatief eenvoudig te voorkomen waren geweest”, stelt Lilian Nicolaas Eleonora, directeur bij BDO.

Structuur en duidelijkheid
De opvolging binnen een familiebedrijf is vaak veel complexer en meer tijdrovend dan de opvolging binnen een niet-familiebedrijf. Het gaat immers over de leiding, eigendom en zeggenschap binnen de familie. Vertrouwen is daarin een even belangrijk als delicaat element, dat veel tijd vraagt”, aldus BDO en MCB. “De binding van de volgende generatie aan het bedrijf is een thema waarbij vaak vragend wordt rondgekeken, terwijl de opties voor werving van capabele externe managers beperkt zijn.”

Blijf op de hoogte met onze maandelijkse nieuwsbrief