De S van ESG vraagt om de D van dialoog
De sociale verantwoordelijkheid van familiebedrijven leidt intern vaak tot discussie. De ambities van de jongere generatie reiken soms verder dan die van de oudere generatie, die de vereiste investeringen en de continuïteit bewaakt. Ze kunnen van elkaar leren, aldus Leo Epskamp, vennoot van Custom Management Interim Directeuren. Zijn advies: ga vroegtijdig en actief met elkaar in gesprek.
ESG hoog op de agenda
In een paar jaar tijd is ESG hoog op de agenda komen te staan in de Nederlandse directiekamers. De samenleving verwacht dat bedrijven zich maatschappelijk bewust opstellen en verantwoord omgaan met milieu, mensen en het managen van de onderneming. Daarbij krijgen de E en de G doorgaans de meeste aandacht. De S van Social is bij veel ondernemingen nog een ondergeschoven kindje en in ontwikkeling. Zowel binnen als buiten het bedrijf. Bij die S gaat het bijvoorbeeld om betrokken werknemersrelaties, diversiteit & inclusie, goede arbeidsomstandigheden (inclusief het afwijzen van kinderarbeid en slavernij), het ondersteunen van lokale gemeenschappen en het bijdragen aan gezondheid, veiligheid en welzijn. Zowel op de werkvloer als in de keten.
Zorgen voor je mensen
Familiebedrijven stuurden avant la lettre al decennia op ESG, lang voordat het begrip in zwang raakte. Bovendien is de S van Social bij familiebedrijven van oudsher juist het sterkst ontwikkeld. Andere bedrijven kunnen daar nog wat van leren. Zorgen voor je mensen en hun gezinnen, ingebed zijn in de gemeenschap waarvan het bedrijf deel uitmaakt: voor familiebedrijven is het de normaalste zaak van de wereld.
Waar ligt de grens?
Toch maken ook familiebedrijven een ontwikkeling door in hun sociale beleid, merken wij als interim directeuren. We zien een discussie ontstaan tussen de verschillende generaties in het bedrijf zelf, de familie en de aandeelhouders. Bijvoorbeeld over de afbakening van de S van ESG: waar moet het familiebedrijf zich binnen die brede definitie op richten? Hoe ver reikt de sociale verantwoordelijkheid? Waarop richt je je als onderneming en wat valt er binnen of juist buiten je maatschappelijke plicht, mogelijkheden en middelen? En als je het daar uiteindelijk over eens bent: hoe vul je die S dan concreet in?
Lokale gemeenschap of internationale stakeholders?
De verschillende generaties kunnen andere ideeën hebben over die invulling van het sociale beleid. Zo vindt de oudere generatie de bijdrage van het familiebedrijf aan de lokale gemeenschap vaak het belangrijkst: daar waar het bedrijf ontstaan en geworteld is, in nauwe verbinding met de medewerkers van het eerste uur. De blik van de jongere generaties is meestal breder gericht en omvat ook de keten en de internationale markten met hun stakeholders. Waar de oude generatie vaak vertrekt vanuit het verleden, hanteert de jongere generatie het heden en de toekomst eerder als referentiekader.
Wat doe je zelf?
Een ander interessant onderdeel van die intergenerationele discussie is de vraag bij wie de sociale verantwoordelijkheid moet worden neergelegd. De vertegenwoordigers van de oudere generatie stellen soms dat ‘de jeugd’ die verantwoordelijkheid wel erg gemakkelijk bij de onderneming legt. Ze vinden dat je niet alleen moet kijken hoe sociaal het bedrijf zich opstelt, maar ook naar wat het individu – dus elk lid van de familie vanuit het eigen moreel kompas en als welopgevoede burger – bijdraagt aan de maatschappij. Denk aan de historische woorden van John F. Kennedy: ‘Ask not what your country can do for you – ask what you can do for your country.’ De senioren in het bedrijf zien graag dat de jeugdige medewerkers of aandeelhouders zich eerst zélf inzetten voor de thema’s die zich laten samenvatten onder de S. Pas daarna zijn de junioren gerechtigd om hun pijlen op het sociaal-maatschappelijke beleid van de onderneming te richten om verandering te bewerkstelligen. Voor beide zienswijzen valt wat te zeggen.
Strijd om talent
Een laatste punt van discussie bij veel familiebedrijven betreft de focus op gezondheid, veiligheid en welzijn binnen het ESG-beleid. Als het gaat om de eigen medewerkers, wijst de jongere generatie vaak op het belang van een goede work/life balance, de mogelijkheid om parttime te werken, het opnemen van sabbaticals, et cetera. De oude generatie is juist groot geworden met het calvinistische arbeidsethos: niet zeuren, maar doorwerken. Een bijzonder spanningsveld. Overigens worstelen ook familiebedrijven momenteel met de uitdaging van een structureel tekort aan beschikbare arbeidskrachten. Aandacht voor gezondheid, veiligheid en welzijn van medewerkers is een must geworden in de concurrentie om schaars talent. En laat de jongere generatie in het bedrijf of de familie daar nou vaak nét meer verstand van hebben.
Betrek de jongere generatie bij sociale keuzes
Hoe kunnen de verschillende perspectieven binnen bedrijf, familie en aandeelhouders ten aanzien van de S van het ESG-beleid worden verenigd? Een oplossing is het vroegtijdig en actief betrekken van de jongere generatie bij het (her)definiëren van de grenzen van het sociale beleid, het maken van de juiste keuzes, de concrete vertaling naar de praktijk van alle dag en de onvermijdelijke dilemma’s daarbij. Door die betrokkenheid ontstaat een wederzijds bewustzijn ten aanzien van de sociale verantwoordelijkheid van het familiebedrijf en de leden van de familie zelf.
De oudere generatie leert verder te kijken dan de directe omgeving en het primaire belang van bedrijf en aandeelhouders, de jongere generatie wordt zich bewust van de vereiste investeringen in mensen en middelen voor het bereiken van de gedefinieerde ambities op sociaal gebied. Het primaire sociaal-maatschappelijke doel – het scheppen van werkgelegenheid en daarmee het bijdragen aan de welvaart van de medewerkers en hun gezinnen – mag immers niet in gevaar komen. De oudere en jongere generatie kunnen veel van elkaar leren. De S van ESG vraagt dus om de D van dialoog.