Column: Er is nog hoop! [Marlies van Wijhe]

Mijn zus Marijke en ik, vierde generatie, hebben nooit de verplichting gevoeld om het familiebedrijf in te gaan. In onze tienerjaren stond het bedrijf voor ons onderaan het prioriteitenlijstje. Als het er al op stond. Voor mijn ouders was het belangrijkste uitgangspunt dat we iets gingen doen dat ons gelukkig maakte. Maar er komt een moment dat het bedrijf, dat altijd op de achtergrond toch aanwezig was, opeens meer op de voorgrond begint te treden. Bij mij speelde dat moment rond mijn 17e levensjaar, nadat ik een aantal jaren in het bedrijf vakantiewerk had verricht. In elk familiebedrijf komt een eerste keer dat de nieuwe generatie serieus kennismaakt met dit bijzondere fenomeen.

Ook onze nieuwe generatie gaat natuurlijk zo’n belangrijk moment kennen. Zo was ik onlangs op pad met mijn neef Bob van 14 die vanuit school dit jaar zijn tweede loopbaan-oriëntatiedag had. De eerste dag besteedde hij aan een stagedag bij een bedrijf dat veel met muziek van doen had. En hoewel zijn hart overduidelijk bij de muziek ligt, leek het hem ook wel een ‘vet’ idee om een dag met tante op stap te gaan. Ook tante vond het erg spannend, want wat als een potentiële opvolger door zo’n dag opeens een enorme tegenzin krijgt in dat familiebedrijf… Wat een verantwoordelijkheid had ik opeens. Gelukkig werd mijn angst geen werkelijkheid. Sterker nog, ’s avonds vertelde mijn zus aan de telefoon dat Bob het ondanks zijn scepsis een erg positieve ervaring vond. Er is nog hoop!

Ik ben stellig van mening dat je de nieuwe generatie geen enkele verplichting moet opleggen. Ik deel de insteek van mijn ouders. Als je iets doet wat je erg leuk vindt, kun je grote doelen bereiken en veel voldoening vinden in je leven. Maar je potentiële opvolgers voorzichtig enthousiasmeren voor dat prachtige vak dat continuïteit van het familiebedrijf heet, daar is natuurlijk niets op tegen.

Mogelijkheden aangrijpen, nieuwe uitdagingen aangaan en verder kijken dan je eigen terrein; ik geloof dat Bob en ik laten zien dat familiebedrijven en hun medewerkers allesbehalve conservatief zijn. Hij heeft nu kunnen ervaren hoe het is om in een familiebedrijf te werken. Nu is het aan hem om te beslissen of hij hierin verdergaat. Ik heb van mijn keuze in ieder geval nooit spijt gehad.