Amsterdam – Nederlandse bestuurders van familiebedrijven hebben het zichtbaar moeilijk met hun rol binnen het familiebedrijf. Zij ervaren een spagaat tussen vernieuwing en het vasthouden aan oude familietradities.
Een grote uitdaging voor rentmeesters is het verstandig beheren van de familiewaarden die van generatie op generatie worden doorgegeven. Zij zijn immers zowel verantwoordelijk voor het behouden en bewaken van de cultuur van het bedrijf voor de oprichter(s) als voor de generaties na hen. Zonder dat het vernieuwing en groei belemmerd.
Kracht of zwakte
Een sterke cultuur kan juist de kracht zijn van een bedrijf, maar kent ook een aantal nadelen. Zo kan loyaliteit naar de medewerkers een beklemmend gevoel geven wanneer er bedrijfseconomische beslissingen moeten worden genomen. Ook kan een sterke cultuur juist weerstand bieden tegen verandering, waardoor groei kan stagneren. Die conclusies trekt PwC naar aanleiding van gesprekken met 93 directeur-grootaandeelhouders, hun opvolgers, bestuurders en commissarissen. De bevindingen staan in een vandaag gepubliceerd rapport ‘Waken over waarde(n)’.
Goed gesprek
“Veel bestuurders voelen zich gegijzeld door decennia oude tradities en onuitgesproken verwachtingen”, zegt Olof Bik, specialist bij PwC in sturen en toezien op cultuur en gedrag en één van de auteurs van het rapport. “Familiebedrijven kunnen het zich simpelweg niet veroorloven op kritieke momenten te kibbelen over hun familiewaarden. Een tijdig en goed gesprek over de betekenis en de borging van familiewaarden is daarom van levensbelang.”
Generatiewisseling
Dat het juist nu een knelpunt is, komt doordat er een generatiewisseling aan de gang is. Babyboombestuurders van duizenden familiebedrijven dragen de komende decennia hun familiebedrijven over aan een nieuwe generatie of aan een externe directie. Bik: “Deze ontwikkeling breekt de traditionele driehoek tussen familie, eigendom en bestuur steeds verder open.”
