Burgers’ Zoo: honderd jaar vogelvrij [afl. 1]

Het begint allemaal in 1913 met een exclusieve vogelcollectie. Johan Burgers stelt in het pittoreske stadje ’s-Heerenberg zijn Faisanterie Buitenlust open voor bezoekers. De dierenverzameling krijgt meteen veel belangstelling. Honderd jaren verstrijken en vandaag de dag staat die collectie bekend als het officiële begin van dierenpark Burgers’ Zoo.

Van kleurrijke visjes uit het Zuid-Aziatische koraalrif tot ringstaartmaki’s uit Madagaskar: Burgers’ Zoo heeft het allemaal. De Arnhemse dierentuin brengt de wereld naar Nederland door dieren in hun natuurlijke leefomgeving te tonen. Op 30 maart 2013 bestaat het familiebedrijf precies een eeuw. Alex van Hooff, achterkleinzoon van Johan Burgers en algemeen directeur van de zoo, ziet dit jubileum niet als een einde, maar als een nieuw begin.

Groot feest
Het honderdjarig bestaan van Burgers’ Zoo wordt groots gevierd. Carnavalsoptochten, speciale postzegelvellen en een kunstwerk bij de ingang zijn slechts enkele wijzen waarop het familiebedrijf deze mijlpaal koestert. Volgens Alex van Hooff is dit een van de belangrijkste tijden in het bestaan van het dierenpark: “Voor ons als familiebedrijf betekent het heel veel, omdat het markeert wat we bereikt hebben. We vieren het groots zodat we dit kunnen delen met anderen.”

De dierentuin is niet alleen jarig, maar ook succesvol. Burgers’ Zoo heeft inmiddels verschillende awards op haar naam staan, zoals Beste Dierenpark van de Benelux en de ToerNed Award voor leukste dagje uit. “We winnen die prijzen omdat we al honderd jaar een innovatief bedrijf zijn”, licht Van Hooff toe. “We hebben bijvoorbeeld ecodisplays die je bij geen enkel ander dierenpark vindt. We proberen continu de beleving van onze bezoekers te vergroten door ze de leefomgeving van onze dieren ook echt te laten meemaken.”

Oorlogswonden
Dat Burgers’ Zoo een eeuw zou overleven, is niet altijd even vanzelfsprekend geweest. De Tweede Wereldoorlog laat diepe littekens achter in de geschiedenis van het familiebedrijf, dat in 1923 van ’s-Heerenberg naar Arnhem verhuist. Tijdens de Slag om Arnhem, een veldslag die negen dagen duurt, ligt de dierentuin midden in de vuurlinie. Granaten verwoesten een groot deel van het park en leiden ook tot de dood van twee dierenverzorgers en vele dieren. Daarnaast proberen Duitse soldaten de dieren uit Burgers’ Zoo mee te nemen om ze op te eten of om naar Duitse dierentuinen te verplaatsen. Van Hooffs grootouders, Lucie Burgers en Reinier van Hooff, blijven in het park om voor de dieren te zorgen en ze te beschermen.

Van Hooff noemt de oorlog en de periode daarna dan ook de moeilijkste tijd voor het familiebedrijf. “Het was heel lastig om het park weer op te knappen. Overal in Nederland gold een gebrek aan bouwmaterialen en we waren veel dieren kwijtgeraakt. Het park moest stap voor stap weer opgebouwd worden.”

Lees ook deel 2, deel 3  en deel 4 van deze serie.

Blijf op de hoogte met onze maandelijkse nieuwsbrief