Kinderen hebben geen zin in familiebedrijf

Het aantal kinderen dat direct na het afronden van hun studie het familiebedrijf overneemt, neemt af. Van de ondernemerskinderen is slechts 1,7 procentbereid het bedrijf van hun ouders over te nemen. Daarmee ontstaat er voor veel familie-ondernemers een opvolgingsprobleem.

Dit blijkt uit het onderzoek van EY en de universiteit van St. Gallen in Zwitserland. Bij het onderzoek waren 109.000 respondenten betrokken, studerend aan meer dan 37 universiteiten in 24 landen. In Nederland werkten 3.100 studenten mee aan het onderzoek. Sinds 2011 is de opvolgingspotentie met ongeveer dertig procent afgenomen. Dit is het aantal kinderen dat bereid is in de toekomst het bedrijf van hun ouders over te nemen.

Nederlandse familiebedrijven
Het onderzoek van het accountantsbureau en de universiteit werd in 2011 en 2014 uitgevoerd. Uit het laatste onderzoek blijkt dat slechts 1,7 procent van de ondervraagde Nederlandse studenten direct na hun studie het bedrijf van hun ouders over willen nemen. Wereldwijd ligt dat percentage op 3,5 procent van de twintigjarigen. Kinderen zien het vaker zitten om vijf jaar na het afronden van de opleiding het familiebedrijf over te nemen. Een kleine vijf procent van alle ondervraagden geeft aan dan het bedrijf wel te willen overnemen. In Nederland ligt dat percentage op 4,1 procent.

Volgens EY-partner Ernst Groenteman vindt een verwijdering plaats tussen de leiding en het eigendom van het familiebedrijf. Uit het onderzoek blijkt dat er steeds meer mensen van buitenaf in het bedrijf komen en financiering van derden wordt aangetrokken. De afnemende interesse is te verklaren door de aantrekkende arbeidsmarkt. “Ga er niet zomaar van uit dat kinderen opvolger willen worden. De concurrentie voor de loopbaan als opvolger is sterk, want de opties zijn talrijk en vaak aantrekkelijk”, aldus Groenteman tegenover Het Financieele Dagblad.

Eigen bedrijf starten
Voor sommige kinderen is het vanzelfsprekend dat zij het bedrijf van hun ouders overnemen, maar uit het onderzoek blijkt dat meer kinderen nog veel andere mogelijkheden zien. De meeste afgestudeerden willen liever werken in loondienst en zoeken een baan in een andere onderneming dan het familiebedrijf. Dat is de wens van maar liefst zestig procent van de jongeren. Ook het starten van een eigen bedrijf is aantrekkelijker dan het overnemen van het familiebedrijf, blijkt uit dit onderzoek. Ruim zeven procent van de jongeren wil een eigen onderneming starten – twee keer zoveel als de groep die in het familiebedrijf actief wil zijn.

Kinderen gaan liever niet aan de slag in een gespreid bedje, zeker dochters niet. Vrouwelijke potentiële opvolgers hebben minder vaak de intentie tot opvolging dan hun mannelijke tegenhangers. Het onderzoek identificeert verschillende belangrijke factoren die de opvolgingsintenties beïnvloeden op cultureel en institutioneel niveau, individueel niveau, bedrijfsniveau en familiaal niveau. Factoren die een rol kunnen spelen in de kloof tussen mannen en vrouwen zijn traditioneel bepaalde genderspecifieke rolpatronen en een voorkeur voor eerstgeboren zonen. Vrouwen zien het ondernemerschap bovendien vaak als risicovoller dan mannen.

Blijf op de hoogte met onze maandelijkse nieuwsbrief