Verkopen of niet verkopen – that’s the question!

Internationaal blijkt maar weer eens dat de structuur van een familiebedrijf ijzersterk is. The Economist citeerde onlangs onderzoek van McKinsey waaruit blijkt dat familiebedrijven hoger scoren in bedrijfscultuur en leiderschap.

Niet voor niets zijn 19 procent van ’s werelds grootste bedrijven in handen van families. Toch lijkt in Nederland een verkoopgolf op gang te komen. Marein Smits van Wintertaling merkt dat familiebedrijven worstelen met de vraag of zij familiebedrijf kunnen blijven.
“Al jaren wordt getalmd met de verkoopbeslissing”, zegt Smits. Volgens het hoofd van de familiebedrijvenpraktijk van Wintertaling is dat ook omdat het onveilig aanvoelt. “Er wordt dan wel een röntgenstraal door het bedrijf gehaald. Dat vraagt om een goede voorbereiding en uit onderzoek blijkt dat het daar nu juist aan schort.”

Transactiebegeleiding is een belangrijk onderdeel van de werkzaamheden van het team van Wintertaling. Denk aan overnames, due diligence, participaties, joint ventures en bedrijfsopvolging, al dan niet binnen de familie. Bij grote kantoren waar Smits en andere teamleden vandaan komen, werden familiebedrijven in haar ogen niet altijd serieus genomen. “Ten onrechte, want vaak werden die juist overgenomen. Een zeer interessante bedrijfsvorm die heel belangrijk is voor de economie”, zegt Smits, die behalve partner bij Wintertaling ook kerndocent Recht van het programma Business Valuation aan de Rotterdam School of Management is.

Lastig traject
Volgens onderzoeken hebben familiebedrijven het besluit tot verkopen uitgesteld. Nu blijkt dat opvolging wel een issue is. Het is volgens Smits zonde om lang te wachten. “Zelfs als overname binnen de familie gewenst is, moet een bedrijf denken in termen van ‘overgenomen worden’.” Soms is dat vloeken in de kerk, maar het is wel heel belangrijk voor de gezondheid en de continuïteit van het bedrijf. “Het allerergste is om aan het eind van de rit, als je eigenlijk wilt genieten van het leven, nog met het bedrijf zitten.” Smits haalt een actueel voorbeeld aan: de eigenaar van Audax, inmiddels 81 jaar, ging weer op de directeursstoel zitten. “Het kan goed uitpakken voor dat bedrijf, maar dit werkt echter zeker niet altijd!”

Het gaat om de prijs?
Smits noemt een belangrijk en soms zeer emotioneel struikelblok: de voor het bedrijf te ontvangen prijs. Voor de een heeft het bedrijf een andere waarde dan voor de ander en het maakt uit of je door een concurrent wordt gekocht, door je kinderen of door een private equity-fonds. Daarin ziet Smits een belangrijk element van de begeleiding. “Dan is het niet alleen een juridische en fiscale en psychologische voorbereiding – daar komt iets essentieels bij. Dat is dat de familie een beeld krijgt bij de waarde van het bedrijf en hoe daarnaar kan worden gekeken. Dat is niet zomaar roepen ‘7 keer de winst’ of ‘het pand plus de voorraden en de debiteuren en nog wat goodwill’.”

Een juist beeld bij de waarde en waaruit die bestaat kan een katalysator voor een transactie zijn. Wintertaling ziet dan ook in de praktijk dat er een steeds grotere rol voor waardeerders is weggelegd en dat een familiebedrijf enorm gebaat is bij begeleiding die oog heeft voor alle aspecten van de beslissing: verkoop extern, verkoop intern en wat is de echte toekomst van ons bedrijf? “De ervaringen daarmee zijn uitermate positief.”

Blijf op de hoogte met onze maandelijkse nieuwsbrief