

PwC heeft recent onderzoek gedaan naar de economische- en maatschappelijke bijdrage van familiebedrijven. Hierbij is gekeken naar de prestaties en acties van familiebedrijven op vijf gebieden: werkgelegenheid, omzet, arbeidsmarkt, duurzaamheid en innovatie. Het onderzoek is uitgevoerd aan de hand van onder andere CBS-data en de jaarrekeningen van de honderd grootste Nederlandse familiebedrijven.Dit zijn de belangrijkste conclusies:
- Familiebedrijven zijn veerkrachtig. Tussen 2015 en 2020 was er sprake van een gemiddelde stijging van 4,8 procent, terwijl andere bedrijven in dezelfde periode een daling van 2,7 procent kenden. Daarnaast lieten familiebedrijven een sterkere omzetgroei zien dan niet-familiebedrijven, vooral in sectoren als bouw en informatie en communicatie.
- Het onderzoek laat zien dat familiebedrijven zich kenmerken door een langetermijnperspectief en een streven naar continuïteit. Ze hebben een hechte band met het personeel en de regio waarin zij opereren. Wat opvalt is dat inclusiviteit en diversiteit achterblijven als onderwerp om mensen te interesseren voor een baan. Slechts 32 procent heeft een persoon of team dat verantwoordelijk is voor het beleid hierop, terwijl diversiteit een belangrijke factor is voor werkzoekenden bij het beoordelen van potentiële werkgevers.
- Familiebedrijven, en dan vooral de jonge generatie, investeren flink in innovatie om te kunnen blijven groeien en om te voldoen aan de veranderende behoeften en voorkeuren van klanten. Ze richten zich vooral op zogeheten incrementele innovatie, waarbij geleidelijke verbeteringen worden aangebracht aan bestaande producten, diensten of processen.
- Door middel van innovatie nemen familiebedrijven ook stappen om hun milieu-impact te verminderen. Veel familiebedrijven hebben nog geen net-zero doelstelling. Wel maakt het uit tot welke generatie de bestuurders horen. De jongere generaties zijn hier scherper op dan hun voorgangers.