“In deze crisis bestaan er veel dilemma’s, maar er is wel vertrouwen aanwezig”
Met de coronacrisis is het (familie)bedrijfsleven in een ongekende situatie terechtgekomen. Ook al weten wij nu meer dan in het begin, hoe dit voor hen uiteindelijk gaat aflopen, valt niet te voorspellen. Met Maarten Vijverberg, partner en familiebedrijvenexpert bij Clifton Finance, nemen we de huidige situatie onder de loep. “Er is nu wél vertrouwen aanwezig.”
Wanneer we de huidige crisis vergelijken met die van 2008, is er één ding dat Maarten Vijverberg opvalt. “De coronacrisis is natuurlijk vanuit een hele andere oorzaak ontstaan. Eentje die veel mondialer, veel ‘absoluter’, is. De crisis van 2008 was een financiële crisis, waarbij eigenlijk iedereen flinke verliezen leed. Maar nu is dat compleet anders: er zijn inderdaad partijen die in de problemen zitten, sterker nog: hele branches die momenteel op de tocht staan. Maar daarentegen hebben we ook te maken met sectoren die echt floreren, waar omzetten nog nooit zo hoog zijn geweest. Die tegenstelling is nu veel groter in vergelijking met twaalf jaar geleden.”
Vertrouwen aanwezig
Niet alleen de financiële consequenties van de huidige crisis zijn compleet anders. Ook de houding van bedrijven en overheden verschilt enorm. Vijverberg: “Er is veel meer solidariteit nu. In 2008 begon men vrijwel meteen ‘om zich heen te slaan’, om ‘te redden wat er te redden viel’ en om vooral zelf niet om te vallen. Nu hebben we, zeker in het begin, vooral een humane toon gehoord. Het verlengen van betaaltermijnen, het denken in algehele oplossingen. Natuurlijk, er is onrust en er zijn zorgen. Maar het gevoel is wel anders.” De Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (de NOW-regeling) is één van de regelingen die dit gevoel belichaamt. “Dit dempt de directe effecten van de coronacrisis in eerste instantie. Tijdens de laatste financiële crisis gingen veel bedrijven direct over tot actie: orders werden gecanceld en investeringen kwamen stil te staan. Als gevolg daarvan vielen veel bedrijven om. Dat is nu niet het geval.”
De geluiden, ook vanuit de familiebedrijvenwereld, zijn dat men klappen krijgt, maar dat er wel vertrouwen aanwezig is. In andere bedrijven en in de toekomst. Ook dát is een belangrijk verschil. “In 2008 raakte iedereen het vertrouwen in de financiële sector – en later in de gehele economie – kwijt. Gelukkig is er nu wél vertrouwen aanwezig: een gezondheidskwestie heeft de gebruikelijke orde doorbroken.”
Familieconglomeraat
Vooral familiebedrijven die vanuit een conglomeraat zijn samengesteld, hebben met lastige problematiek te maken, geeft Vijverberg aan. “Zij zijn samengesteld uit verschillende activiteiten. Waar de ene activiteit hard wordt geraakt, draait de ander qua omzet vrij moeiteloos door. Deze organisaties kwamen in eerste instantie niet in aanmerking voor financiële hulp vanuit de overheid. Terwijl bepaalde onderdelen praktisch zijn weggevallen!” Dit is later weer aangepast.
Kwesties zoals hulp vanuit de overheid hebben, naast de financiële thematiek, toch ook een ethisch aspect. Vijverberg: “Je moet je als familieconglomeraat natuurlijk wel afvragen of je zo’n regeling wel écht nodig hebt. Aan de andere kant: waarom zou je als grotere onderneming niet een beroep mogen doen op een regeling waar je recht op hebt, wanneer bepaalde bedrijfsonderdelen totaal niet meer lopen? Het is een flink dilemma.”
Voorraad versus liquiditeit
Een ander belangrijk thema dat binnen familiebedrijven actueel is, is de balans tussen liquiditeit en voorraad. “In 2008 was het credo echt cash is king. Ga op je centen zitten en let op je werkkapitaal, want er is een vraaguitval. Maar nu is dat niet per definitie zo. Er zij natuurlijk enkele branches hard geraakt, maar niet overal is er sprake van een vraaguitval. Juist in die sectoren zul je je voorraad op peil moeten houden.” Met de onzekere vooruitzichten in het achterhoofd, is voorzichtigheid geboden. “We weten nog steeds niet wat de effecten van deze coronacrisis op de langere termijn gaan zijn. Op een gegeven moment kan dit wel omslaan in een vraaguitval en wordt cash wél veel belangrijker. Het moet nog maar blijken hoe het zich gaat ontwikkelen.”
Het was na de laatste financiële crisis dat familiebedrijven zich voor het eerst duidelijk onderscheidden van niet-familiebedrijven. “Zij bleken over een goede eigen financiering te beschikken en konden dus extra snel reageren toen de economie weer opveerde.” Ze hadden flink geïnvesteerd, het personeelsbestand minder gereduceerd en konden bij het verbeteren van de economie sneller reageren. “Ook vandaag de dag zijn familiebedrijven traditioneel gefinancierd en beschikken ze over meer werkkapitaal, zo blijkt eveneens uit onderzoek van Nicolas Heidekelk, waar ik in een blog op Clifton Finance naar verwijs. Dit impliceert dat zij meer voorraad hebben. Of dat hen in deze crisis echt gaat helpen, zal nog moeten blijken.”
Stof neergedaald
Wat hoopt Vijverberg te zien als de grootste stofwolken zijn neergedaald? “Dat men de eigen business eens goed tegen het licht is gaan houden. ‘Van welke markten en landen ben ik echt afhankelijk? Kan ik mijn risico beter spreiden over meerdere landen, om zo de afhankelijkheid van verre landen te verminderen? En is mijn financiële buffer voldoende, of moet ik deze verder versterken?’ Familieondernemingen kunnen zich echt focussen op de lange termijn. Maar dit is wel hét moment om te kijken hoe je dingen anders kunt gaan doen.”