Nader belicht: evaluatie fiscale faciliteiten bedrijfsoverdrachten

Op 4 december 2014 heeft minister Kamp een brief gestuurd aan de Tweede Kamer met de evaluatie van de fiscale regelingen gericht op bedrijfsoverdracht. Ook de Kamer heeft inmiddels op de evaluatie gereageerd.

De conclusies zijn mager. Met de evaluatie van de fiscale regelingen die er zijn voor bedrijfsoverdracht wil Kamp beoordelen of de huidige regelingen beantwoorden aan de beleidsdoelen en of deze doelen op een efficiënte wijze worden behaald. De volgende regelingen zijn geëvalueerd:

– De doorschuifregelingen (geruisloze doorschuiving) binnen de inkomstenbelasting: bij inbreng in een bv of nv, doorschuiving naar ondernemers/werknemers (bij leven en overlijden) en bij herinvestering in andere onderneming;
– De doorschuifregeling voor het aanmerkelijk belang;
– De bedrijfsopvolgingsregeling (BOR/BOF): vrijstelling bij schenken of bij overlijden;
– De vrijstelling van overdrachtsbelasting bij overdracht binnen de familie;
– De stakingsaftrek en stakingslijfrente in de inkomstenbelasting;
– Uitstel van betaling bij innen inkomsten-, erf- en schenkbelasting (invorderingsfaciliteiten).

Conclusies
Er zijn naar aanleiding van het onderzoek geen specifieke conclusies per regeling getrokken. Er zijn theoretische en kwalitatieve analyses gemaakt en op grond daarvan bevindingen gedaan. De bevindingen luiden als volgt:

– Waarde van het bedrijf. Er is een informatie-asymmetrie ten aanzien van de waarde van de onderneming en dit heeft een negatief effect op het verkrijgen van een externe financiering, waardoor een bedrijfsoverdracht bemoeilijkt wordt;
– De regelingen verminderen de financieringsbehoefte, omdat belastingdruk juist afneemt;
– De toepassing van punt 1 en 2 zijn niet altijd voordelig. Met name als de discontovoet bij de waardering van de belastingclaim groter is dan de gemiddelde afschrijvingsvoet;
– Ook een uitstelregeling in de invorderingssfeer zal net als een doorschuifregeling en de BOR het financieringsprobleem wegnemen;
– De doorschuifregeling in de inkomstenbelasting is discriminatoir, aangezien dit alleen mogelijk is binnen de familie- of werknemerssfeer. Dit zou een economisch inefficiëntie zijn en daarmee meer verstorend kunnen werken. Binnen de familiesfeer zou het financieringsprobleem toch al minder groot zijn.

Reactie van kabinet
Het kabinet reageert op de bevindingen met:

1. Het is belangrijk dat door de fiscale regelingen het knelpunt van het financieringsprobleem wordt verminderd;
2. De regelingen dragen bij aan de economische kracht van de Nederlandse economie en hebben een positieve werking op de werkgelegenheid;
3. Op dit moment heeft het kabinet te weinig informatie om de doorschuiffaciliteiten en de vrijstellingen van de BOR om te zetten in een uitstelfaciliteit;
4. De doorschuiffaciliteiten zijn bewust opengesteld voor de familiesfeer en de werknemerssfeer en niet voor alle bedrijfsoverdrachten. Enerzijds heeft dit te maken met het liquiditeitsprobleem binnen de familie     en anderzijds met de kennis en kunde die eerder overgaat bij een overdracht aan een werknemer;
5. Over de stakingsaftrek, stakingslijfrente en de vrijstelling in de overdrachtsbelasting zijn geen conclusies getrokken. Deze richten zich volgens het kabinet niet op de overdracht maar meer op de staker van de onderneming. Ze hebben meer betrekking op de aftrekposten binnen het belastingsysteem en zullen derhalve bij de algemene herziening van het belastingstelsel aan de orde komen.

Hiermee laat het kabinet zien dat ze de macro-economische effecten van de fiscale regeling belangrijker vindt dan de discriminatoire effecten die ze kunnen hebben. Zo te lezen durft dit kabinet het niet aan om de toch wel hele gunstige bor-regeling om te zetten naar een uitstelfaciliteit. Ook al zou dit het financieringsprobleem niet versterken. Men zou zelfs hetzelfde resultaat ermee kunnen bereiken.

Al met al een mager onderzoek met magere conclusies. Daarnaast hangt het onderzoek nogal van aannames, simulaties en schattingen aan elkaar. Met name over het onderzoek of de fiscale regelingen invloed hebben op de toekomst van het bedrijf zijn (zoals rendement op de investering) geen zekere uitspraken te doen. Daar moet blijkbaar verder onderzoek naar gedaan worden.

Het lijkt er dus op dat de regelingen zoals ze nu bij ons bekend zijn, vooralsnog gewoon blijven bestaan. Dat is in ieder geval de conclusie van Minister Kamp. Ik kan me hier wel wat bij voorstellen.

François van der Hoff versterkt accountants- en administratiekantoren in de fiscale en juridische begeleiding van bedrijfsopvolging bij het familiebedrijf. Hij is een ervaren en enthousiaste adviseur met een no-nonsens mentaliteit. François is eigenaar van FISCAF belastingadvies, een adviesorganisatie gevestigd in Rotterdam. Zie ookwww.bedrijfsopvolging.nl, een onderdeel van FISCAF.

Blijf op de hoogte met onze maandelijkse nieuwsbrief