Overgangsregelingen mogelijk voor nieuw btw-tarief

De btw-verhoging is in de week van 23 april vastgelegd in het begrotingsakkoord tussen VVD, CDA, GroenLinks, ChristenUnie en D66. Volgens de berekeningen die de coalitiepartijen hanteren zal de verhoging  vier miljard euro voor de staatskas opleveren in 2013.

“Voor ondernemingen betekent dit dat ze hun administratie moeten aanpassen”, meent Paul Wolbers, woordvoerder van Kamer van Koophandel (KvK).  “Daarnaast kunnen bedrijven die deels btw betalen het beste voor 1 oktober nog veel inkopen, zodat ze 19 procent betalen in plaats van 21 procent.” Volgens Wolbers kunnen ondernemingen met algemene vragen het beste bij de KvK en de Belastingdienst terecht. “En voor specifieke informatie kunnen ze het beste overleggen met brancheorganisaties en de eigen accountants”, aldus de woordvoerder. Ook is het voor bedrijven nuttig om overgangsmaatregelen door te nemen.

Splitsing tarieven
Voor sommige bedrijven kan er namelijk ook na 1 oktober nog even een btw-tarief van 19 procent gelden. Volgens het advies- en accountancybedrijf Flynth gaat het hierbij om de kwestie of de producten voor of na 30 september 2012 geleverd zijn. Als de afrekening voor doorlopende prestaties (zoals abonnementen) betrekking heeft op de periode voor het genoemde tijdstip, kan de afrekening worden gesplitst in twee verschillende tarieven. Dit geldt bijvoorbeeld voor diensten van belastingadviseurs, accountants, advocaten en notarissen.

Onroerende zaken
Voor onroerende zaken bepaalt het tijdstip van oplevering of het nieuwe btw-tarief ingaat. Voor bijvoorbeeld lopende bouwprojecten die na 30 september worden opgeleverd, geldt een overgangsregeling.

De btw-verhoging betekent voor de consument een verlies in koopkracht. Per huishouden zal de verhoging in 2013 gemiddeld ongeveer vijftien euro per maand kosten. Deze zal in mate gecompenseerd worden door een lagere inkomstenbelasting.