“Ook het netwerk van private equity-partijen is waardevol voor het familiebedrijf”

bedrijfsvoering binnen familiebedrijf Lonneke van der Lee Maarten Vijverberg Clifton Finance

Voor veel familiebedrijven vormt private equity een ver-van-mijn-bedshow. Natuurlijk, ook bij familiebedrijven moet men eerst geld verdienen. Maar naast het meer op de langere termijn gerichte perspectief, over de generaties heen, staan er ook andere waarden voorop bij het familiebedrijf. De trots op het product en de onderneming, het goed zorgen voor het personeel, duurzaamheid en de centrale plaats van het bedrijf in de lokale gemeenschap. Dit lijkt soms te botsen met het rendement-denken van private equity. Desondanks zien Gonneke van der Lee en Maarten Vijverberg van Clifton Finance dat private equity en het familiebedrijf steeds dichter naar elkaar toegroeien.

Van der Lee en Vijverberg zien de laatste twee tot drie jaar vanuit hun praktijk de verhoudingen tussen het familiebedrijf en private equity verschuiven. “Vroeger waren dat echt twee totaal verschillende werelden”, legt Vijverberg uit. En hij kan het weten. Al jarenlang staat Clifton Finance zowel het familiebedrijf als private equity-partijen bij.

Van der Lee: “Binnen het familiebedrijf zijn ‘lange termijn’ en ‘vertrouwen’ toch wel twee kernwoorden. Terwijl private equity toch meer een korter termijnperspectief hanteert. Zeg van vijf tot zeven jaar.” Dat staat niet per se haaks op elkaar, benadrukt Van der Lee. “Er zijn meer dan genoeg situaties denkbaar dat je over dit verschil van perspectief met elkaar in gesprek kunt gaan. Door een terugkoopregeling vast te leggen leggen. Of af te spreken dat alleen de private equity-aandelen weer verkocht mogen worden, terwijl de rest van de aandelen binnen de familie blijft.”

Verschillende talen

Zo zijn er wel meer verschillen tussen beide organisatietypen aan te wijzen, die maken dat een vertaalslag nodig is. Van der Lee: “Soms ligt het ook gewoon in de terminologie. Private equity heeft het bijvoorbeeld over targetbedrijven. Terwijl het familiebedrijf dan denkt ‘maar wij zijn toch geen target?!’ Dan adviseren wij: zeg dat nou niet.”

Vijverberg: “Private equity neemt ook vaak grote advocaten- en advieskantoren mee aan tafel. Grote teams; dat kan ook afschrikwekkend werken. Dan adviseren we ook: vlieg dit iets anders aan. Breng eerst het proces tot stand, bouw eerst het vertrouwen op.” En bovenal: geef het tijd. Van der Lee: “Als je de ambitie hebt om binnen een half jaar die deal met een familiebedrijf af te ronden, dan kun je er misschien maar beter niet aan beginnen.”

Waarde toevoegen aan bedrijfsvoering familiebedrijf

Met name de laatste twee tot drie jaar zien Van der Lee en Vijverberg een sterke verandering, met name vanuit de private equity-wereld. Vijverberg: “Door de beschikbaarheid van goedkoop geld nam de afgelopen tien jaar het aantal verstrekkers van risicodragend kapitaal enorm toe. Hiermee zijn ook de concurrentie en de noodzaak om je als participatiemaatschappij te onderscheiden sterk toegenomen.”

De standaardaanpak van de gemiddelde private equity-investeerder – groeikapitaal investeren en vervolgens met fikse efficiencyslagen op het vlak van kosten en werkkapitaal rendement creëren – is daarbinnen niet meer voldoende. Van der Lee: “Steeds meer private equity-partijen komen waarde toevoegen aan de bedrijfsvoering binnen het familiebedrijf.” Door hen bijvoorbeeld te helpen met specifieke kennis binnen thema’s als digitalisering, duurzaamheid en internationale groei. “Maar ook het netwerk van private equity-partijen is ontzettend waardevol voor het familiebedrijf”, benadrukt Van der Lee. “Ze kennen ontzettend veel professionals, ook internationaal.”

Minderheidsbelang bespreekbaar

Private equity-organisaties onderscheiden zich weldegelijk op het vlak van transactiestructuren bij hun investeringen. Vijverberg: “Een aantal jaar geleden waren private equity-partijen die genoegen namen met een minderheidsbelang op één hand te tellen. Ondertussen is dit steeds meer gemeengoed geworden.” Wat voor ondernemers betekent dat ze groeikapitaal binnen kunnen halen zonder de zeggenschap te verliezen. Of dat ze in de vorm van een ‘pre-exit’ al in staat zijn om een deel van het vermogen veilig te stellen zonder het bedrijf te verkopen.

Van der Lee: “Waarmee we niet willen zeggen dat private equity voor íéder familiebedrijf geschikt is. Maar het categorisch afwijzen van deze vorm van extern kapitaal is vandaag de dag óók te kort door de bocht. We zien steeds meer interessante combinaties ontstaan. Zonder dat je als ondernemersfamilie de zeggenschap of de kans op een overdracht naar de volgende generatie kwijtraakt.”

Succesfactoren samenwerking familiebedrijf en private equity

Voor een succesvolle samenwerking is het eerst en vooral belangrijk dat alle betrokken partijen op één lijn zitten qua normen en waarden. Wat zijn de kernwaarden van het familiebedrijf? Kan de investeerder daarop aansluiten, eraan bijdragen en misschien zelfs wel enkele kernwaarden toevoegen?

Vervolgens is het belangrijk om te achterhalen wáárom het familiebedrijf een externe aandeelhouder zoekt. Vijverberg: “Vaak gebeurt dit in de zoektocht naar groeikapitaal. Om nieuwe markten aan te boren of een concurrent over te nemen.” Maar ook het uitkopen van een of meerdere familieleden is een regelmatig voorkomende reden.

Tot slot vormt een blik op de langere termijn een cruciale factor. Van der Lee: “De meeste investeerders willen na vijf tot zeven jaar ook weer uitstappen. Een prima termijn: dan hebben ze het familiebedrijf ook naar een volgend niveau kunnen helpen. Maar goed, wil de familie dan wel mee-verkopen? Zo niet, kunnen zij die aandelen dan bijvoorbeeld weer terugkopen of doorverkopen aan een nieuwe investeerder? Dit zijn belangrijke vragen.”

Hebben beide partijen hier vooraf goed over gesproken en duidelijke afspraken over gemaakt, dan vormt dit een vruchtbare voedingsbodem voor een succesvolle samenwerking.

Blijf op de hoogte met onze maandelijkse nieuwsbrief