Profielinterview EY: “Versobering BOR zet familiebedrijf aan het denken”
Het is de dynamiek, de emotie waardoor ze zich aangetrokken voelen tot het familiebedrijf. Arjen Brussé, partner bij EY Tax Advisors, en Dirk van Beelen, senior tax manager bij EY vormen de kern van het Family Business Center of Excellence in Nederland en België. “Familiebedrijven kampen met dezelfde uitdagingen als niet-familiebedrijven, maar het is juist het familieaspect dat hen zo bijzonder maakt.”
Wereldwijd kent EY zes Family Business Centers of Excellence. In die Centers bevinden zich de kennisdragers op het gebied van familiebedrijven. En daarmee wil EY zich als expert op het gebied van internationaal ondernemen neerzetten. Brussé: “Nog voor 2008 zijn we gestart met het opzetten van dit partnernetwerk, waardoor zeer gestructureerde kennisdeling plaatsvindt. Dat heeft ons op een voorsprong gezet. En daar profiteren onze klanten van.”
Internatonaal kennisnetwerk
Vanuit de Centers of Excellence brengen de experts kennis over op collega’s en de centers onderling wisselen kennis met elkaar uit. Van Beelen: “Ondernemen over de grens is al lang niet meer iets voor louter de grote bedrijven. Ook familiebedrijven doen steeds meer zaken met het buitenland. Wanneer een bedrijf bij ons aanklopt en over de grens zaken wil gaan doen, dan raadplegen wij onze collega’s in het betreffende land om de mogelijkheden, risico’s en kansen in kaart te brengen. Wij gebruiken dus ons netwerk, terwijl de klant gewoon één contactpersoon houdt die bovendien zijn eigen taal spreekt.”
DNA van het familiebedrijf
Voor Brussé, zelf afkomstig uit een familiebedrijf, staat het familieaspect centraal bij de dienstverlening. “Als adviseur moet je goed begrijpen wat er bij familiebedrijven speelt. Het gaat hen niet zozeer om de jaarrekening of de aangifte; het gaat om het familie-DNA. Om toekomstbestendigheid. Dat vraagt andere oplossingen dan bij bedrijven waar geen familie aan het roer staat.”
Om goed advies te geven, is het volgens Van Beelen noodzakelijk over de grenzen van tax, accountancy en legal heen te kijken. “Pas dan kun je echt in de huid van de DGA kruipen. Dan begrijp je waarom hij bij financieringsproblemen liever niet naar de mogelijkheden van bijvoorbeeld private equity kijkt. Dat past vaak niet bij het DNA van zijn bedrijf.”
Opvolging in het familiebedrijf
In 2012 bracht EY een onderzoek naar buiten over de opvolgingsplannen van studenten die in een familiebedrijf zijn opgegroeid. Slechts zo’n 7 procent gaf toen aan binnen vijf jaar na afronding van de studie opvolgingsplannen te hebben. De laagste score van 26 landen. “Dat waren schokkende cijfers”, erkent Brussé. Want terwijl het demografisch gezien in de lijn der verwachting lag, bleef een golf aan bedrijfsoverdrachten uit. Dat is wellicht deels aan de crisis te wijten, maar ook de mentaliteit van jongeren is daar volgens Van Beelen debet aan. “Het is niet meer vanzelfsprekend dat kinderen in de voetsporen van hun ouders treden. Ze zijn mondiger geworden en misschien ook wel veeleisender.” Brussé vult aan: “Met de ondernemerszin van jongeren is overigens niets mis. Ze willen nog steeds wel ondernemen, maar starten liever hun eigen bedrijf.”
Zoektocht naar opvolger
Of er een taak voor de adviseurs is weggelegd om de kinderen toch te bewegen het familiebedrijf over te nemen? Van Beelen: “Dat niet zozeer. We proberen zo vroeg mogelijk bij de DGA en zijn familie aan tafel te zitten en te kijken hoe we gehoor kunnen geven aan zijn wensen. Hij schuift misschien zijn oudste zoon als potentiële opvolger naar voren omdat dat het meest logische lijkt. De vraag is of dat ook de beste opvolger is. Samen met de ondernemer doorlopen we de zeven stappen van opvolging en brengen we de familie in kaart. Niet zelden komt er uiteindelijk een totaal andere kandidaat, bijvoorbeeld een neef, naar boven die het meest geschikt blijkt voor de functie.”
Versobering BOR
Vanuit diverse hoeken wordt al jarenlang de zorg geuit dat DGA’s te laat starten met de voorbereiding op de overdracht. Van Beelen voorspelt beterschap. “Zowel DGA’s als potentiële opvolgers zijn nu veel bewuster en proactiever bezig met dit soort vraagstukken.” Daarbij staat de invulling van de Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) op losse schroeven en dat kan fiscale gevolgen hebben voor het familiebedrijf. “Het lijkt erop dat de overheid de BOR gaat versoberen. Dat zal niet leiden tot een stormvloed van overnames, want je moet niet alleen uit fiscale optiek beslissingen nemen. Maar ik verwacht wel dat het familiebedrijven aan het denken zet, hen wakker schudt en prikkelt om eerder met de voorbereidingen te starten. En dat is natuurlijk wel een goede ontwikkeling.”
EY
Arjen Brussé
arjen.brusse@nl.ey.com
06-21251028
Dirk van Beelen
dirk.van.beelen@nl.ey.com
06-29084578