Rol oud-dga na bedrijfsoverdracht cruciaal

Oud-dga’s spelen ook na bedrijfsoverdracht van een familiebedrijf een cruciale rol. Hun  betrokkenheid is echter wel afhankelijk van een aantal factoren, blijkt uit onderzoek van ING naar familiebedrijven. 

Uit het jaarlijkse onderzoek van ING naar familiebedrijven blijkt dat de vertrekkende generatie in een familiebedrijf ook na de bedrijfsoverdracht een cruciale rol blijft spelen voor het succes van de nieuwe generatie die aan het roer staat van het familiebedrijf. Uit het persbericht van ING blijkt dat de mate van betrokkenheid van een oud-dga binnen het familiebedrijf na bedrijfsoverdracht afhankelijk is van drie factoren. Dit zijn ten eerste het aantal generaties dat het familiebedrijf al heeft gehad, de mate van financiële betrokkenheid van de oud-dga en het tijdstip waarop de bedrijfsoverdracht heeft plaatsgevonden.

Latere generaties fungeren als bewaker van het familiebedrijf
Hoe meer generaties een bedrijf achter de rug heeft, des te gemakkelijker de overdracht zal verlopen. Het bedrijf en de familie hebben immers al ervaring met de overdracht. Naarmate er meerdere generaties in het bedrijf hebben gezeten, neemt de betrokkenheid af. Vertegenwoordigers van de derde generatie over verder, fungeren eerder als bewaker of bestuurder van het familiebedrijf dan als ondernemer.

Zeggenschap in het bedrijf, ongeacht de officiële positie
Een overname van het familiebedrijf door de kinderen gaat vrijwel altijd gepaard met financiële hulp van de ouders. Als de oud-dga een aandelenbelang in het familiebedrijf heeft of wanneer hij voor zijn pensioen afhankelijk is van de resultaten van het bedrijf, is het logisch dat hij ook enige zeggenschap wil hebben in het bedrijf, ongeacht zijn officiële positie in het bedrijf.

Betrokkenheid oud-dga wordt minder naar mate de jaren verstrijken
De derde factor voor betrokkenheid van de voorgaande betreft het tijdstip waarop de bedrijfsoverdracht heeft plaatsgevonden. Bij veel familiebedrijven neemt de betrokkenheid van de voorgaande generatie af naar mate de overdracht langer geleden heeft plaatsgevonden. De oud-dga wordt er ten slotte ook niet jonger op, terwijl het familiebedrijf niet stil blijft staan.

Valkuilen
De drie factoren die van invloed zijn op de mate van betrokkenheid van een oud-dga bij een familiebedrijf na bedrijfsoverdracht zijn voortgevloeid uit een nadere analyse van een zestal valkuilen die door ING Economisch Bureau zijn geïdentificeerd aan de hand van een aantal recente cases. Deze zes valkuilen kunnen, in geval van bedrijfsoverdracht naar de volgende generatie, in ieder familiebedrijf voorkomen.

1. Emoties belemmeren een succesvolle overdracht
2. Na de overname geen stap terug (kunnen/willen) doen
3. Twijfel aan de kwaliteiten van de nieuwe generatie
4. Nalaten om de organisatie/strategie aan te passen aan de nieuwe tijd
5. Ontbreken duidelijke taakverdeling management
6. (Te) grote invloed Raad van Commissarissen

Succesvolle overdracht als doel
“Veel familiebedrijven staan de komende jaren voor een bedrijfsoverdracht, waarbij het stokje bij voorkeur nog altijd wordt overgedragen aan de volgende generatie”, aldus Ruud van Dusschoten, ING directeur Grootbedrijf en Instellingen. “Bedrijfsoverdracht is en blijft daarmee een actueel onderwerp binnen familiebedrijven. Met dit vierde rapport voor en over familiebedrijven willen we familiebedrijven die, op korte of (middel)lange termijn, voor een overdracht staan voldoende inspiratie en aanknopingspunten bieden voor een succesvolle overdracht.”

Blijf op de hoogte met onze maandelijkse nieuwsbrief