Steeds meer familiebedrijven durven te zeggen: ‘Wij zijn anders’

Elk jaar houdt ons kantoor een bijeenkomst voor enkele tientallen grote familiebedrijven. Daaraan koppelen wij altijd een onderzoek onder de bestuurders van deze bedrijven. Dit jaar was het thema toezicht en extern bestuur. De trend is duidelijk: steeds meer familiebedrijven staan qua toezicht open voor inmenging door buitenstaanders. Bestuurders van familiebedrijven stellen het bedrijfsbelang boven het familiebelang. Bijna 60 procent van de bestuurders geeft aan het stokje over te dragen aan de buitenwereld als dat het beste is voor de onderneming. Voor hen zijn er dan geen zwaarwegende redenen om alle aandelen in de familie te houden.

Familiebedrijven worden steeds professioneler. We hebben de groep bedrijven die zich familiebedrijf mag noemen, dankzij onze onderzoeken en praktijkervaring ook steeds beter in beeld. Het is een geïdentificeerde groep, met een specifiek karakter, duidelijke wensen en een eigen dynamiek. Ons bureau begon vijf jaar geleden met een aanpak speciaal voor familiebedrijven. Vandaag de dag storten allerlei adviesbureaus zich ook op deze markt. Bij sommige vraag ik me wel eens af waar zij de expertise vandaan halen. De plotselinge belangstelling – ook van de media – verbaast me eerlijk gezegd. Familiebedrijven zijn namelijk niet nieuw en hun profiel en behoeften ook niet.

Succesdragers
Familiezaken, of zij nu klein zijn of heel groot, hebben dezelfde succesdragers. Dat zien wij, maar dat zien zij zelf inmiddels ook. Dat is hoogstwaarschijnlijk ook één van de redenen waarom familiebedrijven meer in de picture staan: ze durven zich eindelijk als zodanig te manifesteren. Het feit dat onderzoek heeft uitgewezen dat familiebedrijven zich beter door de crisis slaan, heeft daar vast en zeker toe bijgedragen. Familiebedrijven hebben doorgaans meer eigen vermogen, waardoor ze minder problemen hebben met financiering dan veel andere bedrijven op dit moment. Familiebedrijf zijn blijkt op dit moment om meerdere redenen heel interessant.

Trots op de family business
In landen als Duitsland en de Verenigde Staten zijn er hele grote en succesvolle familiebedrijven die er graag voor uit komen dat ze familiebedrijf zijn. Daarmee zeggen ze niet: wij zijn kneuterig. Nee, daarmee laten ze weten dat ze anders zijn, in positieve zin. Van een negatieve associatie bij het woord familiebedrijf is in deze landen ook helemaal geen sprake. En het lijkt er zowaar op dat Nederland ook gaat inzien dat family business iets positiefs is. Een bedrijfsvoering die staat voor betrokkenheid (geen bonusstructuur, maar hele andere mechanismen, normen en waarden), snelheid (geen hele procedures) en ondernemerschap (innovatief en hard werken). Maar ook authenticiteit. En niet het snelle scoren, maar de langetermijnplicht. Niet alleen financieel, maar veel breder.

Menselijke maat
De term authenticiteit past ook bij familiebedrijven. De mens staat centraal. Er is doorgaans meer aandacht voor dingen die ook belangrijk zijn. Ik ken een familiebedrijf met een eigen fonds voor mensen die plotseling in de problemen komen. De menselijke maat staat hoog in het vaandel. Dat wil overigens bepaald niet zeggen dat familiebedrijven niet groeien. Zij worden juist steeds groter en daarmee worden zij een interessantere doelgroep. Neem een bedrijf als Jumbo. Jumbo profileert zich ondanks de groei bewust als familiebedrijf. Dat vind ik een verrijking van het Nederlandse bedrijfsleven. In dat licht is het ook vreemd dat de fiscale faciliteiten in ons land helemaal niet toereikend zijn voor familiebedrijven en zaken als overdracht en opvolging.

Zoals gezegd worden familiebedrijven niet alleen steeds groter, maar ook steeds professioneler. Ook als het gaat om toezicht. Bijna de helft van de familiebedrijven laat de dagelijkse leiding controleren door een (deels) onafhankelijke Raad van Commissarissen. Verstandig, want een goede vorm van toezicht op het bedrijf helpt risico’s beter in te schatten en tijdig gepaste maatregelen te nemen. In plaats van het toezicht uitsluitend over te laten aan de eigen familie, is het daarom heel begrijpelijk dat steeds meer familiebedrijven openstaan voor inmenging door buitenstaanders. Mede doordat ik zelf ook als commissaris optreedt, weet ik dat een familiebedrijf toch net even anders is dan een standaard corporate. Hoe groot en sterk het bedrijf ook is.

Maarten Vijverberg, partner en medeverantwoordelijk voor de afdeling Corporate Finance bij Boer & Croon.

Blijf op de hoogte met onze maandelijkse nieuwsbrief