Valerie Vallenduuk: “Oost-Europa blijft aantrekkelijk”
29 januari 2015 - Fambizz
De nieuwe Duitse wet ‘Mindeslohngesetz’ treft de transportsector, waarin zich veel familiebedrijven begeven. Ondanks deze wet blijft het aantrekkelijk voor Nederlandse transportbedrijven zich te vestigen in Oost-Europa. Dit blijkt uit een analyse van Vallenduuk Advocaten, zelf ook een familiebedrijf.
Volgens de nieuwe Duitse wet hebben chauffeurs werkzaam in de transportsector recht op een minimumloon van 8,50. Dit geldt ook voor chauffeurs die enkel door Duitsland heen rijden. Dit zorgt voor administratieve problemen bij internationale transportbedrijven. Daarnaast worden ondernemingen in bijvoorbeeld Polen of Tsjechië onaantrekkelijker. “Het uurloon van onze chauffeurs ligt tussen 2 en 4 euro. Nu moeten we ineens vier keer zoveel betalen. Dat is financieel onmogelijk”, aldus een woordvoerder van een Tsjechische brancheorganisatie tegenover de NOS.
Aantrekkelijkheid
Een voorbeeld geeft aan dat vestigen in Oost-Europese landen aantrekkelijk blijft. Een chauffeur van Poolse komaf die internationale ritten rijdt via Duitsland krijgt hiervoor een minimale wettelijke dagvergoeding van 12,50 euro. Daarnaast ontvangt hij ook een nachtvergoeding van 37,50 euro. Als de chauffeur vervolgens deze vergoedingen niet gebruikt (voor een maaltijd of overnachting) zijn het extra inkomsten bovenop het uurloon van 3 euro per uur. Een dienst van 12 uur levert kost de werkgever per uur dan 6,75 euro.
Rompslomp
“Conclusie is dat het Duitse minimumloon een storm in een glas water lijkt te zijn en dat het vestigen in een Oost-Europees land aantrekkelijk blijft voor internationale transportbedrijven”, aldus Valerie Vallenduuk, directeur van Vallenduuk Advocaten. Ook blijkt uit de analyse van Vallenduuk dat de rompslomp met salaris administratie flink meevalt. “Aan de weg in Duitsland moet worden aangetoond dat aan het minimumloon wordt voldaan”, zegt Vallenduuk. “Daar kunnen standaardverklaringen voor gemaakt worden die chauffeurs meenemen onderweg.”
