“Door B Corp hebben we vooral veel over onszelf geleerd”
Koninklijke Van Wijhe Verf B.V. mag zichzelf al sinds 2016 B Corp noemen. De verffabriek kreeg als eerste chemische bedrijf ter wereld deze certificering. Als bewijs voor haar positieve impact op zowel mens als milieu. “In Nederland wist nog niemand wat B Corp was. En een verffabriek zou volgens sommigen al helemaal nooit duurzaam kunnen zijn. Dat moet je net tegen mij zeggen, ik raakte alleen maar getriggerd om het tegendeel te bewijzen.”
Toen directeur Marlies van Wijhe opgroeide, ging het thuis regelmatig over de Club van Rome en over het belang van natuurbescherming. “Mijn vader liet zelfs als relatiegeschenk een Bossengids met eigen voorwoord drukken. Daarin riep hij op zuinig te zijn op onze bossen”, vertelt ze. Al 22 jaar leidt Marlies van Wijhe – vierde generatie – de grootste onafhankelijke verffabriek van Nederland.
Van Wijhe Verf ontwikkelt en produceert bouwverven en heeft een internationale afzetmarkt. Het bedrijf is koploper in duurzame verven en kleurenpasta’s. Duurzaamheid speelt er al generaties lang een rol. Tenminste, duurzaamheid ‘op een tijdseigen’ manier, zo toonde familiebedrijvenlector Judith van Helvert van Windesheim onlangs aan.
“Mijn overgrootvader begon het bedrijf en wilde dat het zou overleven. Mijn opa zette vervolgens in op duurzaamheid in de zin van continuïteit. Mijn vader investeerde als chemisch technoloog in innovatie”, somt Van Wijhe op. “In de jaren negentig wonnen we eens een innovatieprijs voor een oplosmiddelarme verf. Maar dat zat nog in de geitenwollensokkenhoek, hoor! We hebben dat product zelfs weer van de markt gehaald, omdat het niet verkocht. Pas in 2010 werd een laag oplosmiddelgehalte wettelijk verplicht. Ik heb ook het idee dat sinds dat jaar klimaatverandering echt op de agenda staat en het begrip duurzaamheid werd wat we er nu onder verstaan.”
Zakenvrouw van het jaar
Van Wijhe is dan een decennium onderweg als directeur. “We waren altijd al bezig met zaken als een stoffenbeleid, waarin we standaard kozen voor de minst schadelijke stoffen. Maar dat ging van nature”, zegt ze. In 2010 werd ze verkozen tot Zakenvrouw van het jaar. “Dat bracht ons duurzaamheidsbeleid in een stroomversnelling. Ik kreeg er andere vragen over, sprak mensen van gave bedrijven en zag nieuwe voorbeelden. Het maakte dat duurzaamheid voor ons top of mind werd.”
In 2015 hoort Van Wijhe voor het eerst van B Corp. Deze certificering kwam overwaaien uit Amerika en beoordeelt niet het product, maar de gehele bedrijfsvoering van winstgevende organisaties. Om een B Corp-certificaat te krijgen, moet een bedrijf sociaal en milieubewust werken en daar transparant over rapporteren. Wereldwijd zijn er nu meer dan 5.000 B Corps. Waaronder Ben & Jerry’s, Nespresso, Patagonia en het Nederlandse Tony’s Chocolonely en Rituals. “Ik hoorde de term voor het eerst van een vriend van mij, die een stichting voor verduurzaming heeft. Hij dacht dat wij de score om B Corp te worden met twee vingers in de neus zouden halen. Ik was meteen enthousiast om het te proberen. Helemaal omdat ik als verffabriek zo vaak werd geassocieerd met niet-duurzaam. Dat is onzin natuurlijk. Waarom zou je verf niet duurzaam kunnen maken? Dus toen die vriend zei ‘dit kun jij’, was ik getriggerd.”
Vier keer is scheepsrecht
Na inloggen op de website van B Corp beantwoordde ze een serie bedrijfsvragen. “Er kwamen allemaal vragen over ons productiebedrijf. Heel leerzaam. Ik ontdekte dat we veel dingen wel deden, maar niet opschreven. Vragen daarover moest ik overslaan om uit te zoeken. Bijvoorbeeld over de man-vrouwbalans in het bedrijf. Drie keer doorliepen we zo de hele lijst. Je moet namelijk minimaal tachtig van de tweehonderd punten halen om gecertificeerd te worden. Na de derde keer wilde ik er eigenlijk mee stoppen, maar we hebben toch een bureau ingeschakeld dat ons hielp om meer cijfers boven tafel te krijgen. Bij de vierde keer kwamen we eindelijk op die 80 punten. Vervolgens werden we in een aantal audits nog een keer helemaal doorgezaagd en toen waren we B Corp!”
En toen was het groot feest in het bedrijf? “Ha! Niet bepaald. Niemand sloeg erop aan. Zelfs mijn MT niet. Die vonden het leuk voor me, maar wilden er verder niks mee.” Om het logo van B Corp te gebruiken, moet je als bedrijf namelijk betalen. Dat was nog niet gebruikelijk, B Corp was nog maar net een jaar in Nederland. “Bij de tweejaarlijkse hercertificering heb ik er een manager opgezet die er fanatiek mee aan de slag ging. Dat heb je nodig, mensen die er net zo bevlogen over zijn. Het bleek dat we weer stappen hadden gezet. Toen was ook mijn MT om en zijn we ermee verder gegaan.”
Huisadvocaat Van Wijhe Verf
De laatste stap om B Corp te worden was een aanpassing van de statuten. “Dat is een voorwaarde: het duurzaamheidsstreven of de duurzaamheidsambitie vastleggen in de statuten. Zo’n aanpassing is gevoelsmatig behoorlijk ingrijpend. Iemand anders bepaalt wat erin komt te staan en daar houd ik als ondernemer niet zo van. Dat heeft onze huisadvocaat en notaris Nysingh heel goed voor ons gedaan.”
B Corp levert Van Wijhe niet direct meer omzet op. “De impact is dat we bewust aan de slag zijn gegaan met duurzaamheid. Dat we er zelf dingen van geleerd hebben. Zo sponsoren we niet meer de autorace in Zandvoort. Dat deden we – in andere tijden – wel, omdat de innovatie van de autosport ons aansprak. Maar het past niet meer bij onze duurzaamheidsambities. Tenzij we over kunnen gaan op elektrisch natuurlijk. Daarnaast zijn sommige vragen van B Corp typisch Amerikaans, daar begin ik niet aan. Zoals off site subsidized childcare of secundaire arbeidsvoorwaarden, zoals ziektekostenverzekering. Dat is in Nederland goed geregeld. De puntjes voor B Corp zie ik dan ook als bijvangst, niet als doel. Sowieso moet je een duurzame bedrijfsvoering vooral voor jezelf nastreven en niet voor de buitenwereld. Ik ben bijvoorbeeld ook tegen al die verplichte duurzaamheidscontroles of gekke adviespraktijken die de overheid ons oplegt.”
Dat is een mening die Van Wijhe graag wereldkundig maakt. Op haar LinkedIn-pagina pleit ze deze zomer vurig voor een gratis Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD). “Natuurlijk is transparantie prima. Maar als het bedrijfsleven een verplichte controle moet ondergaan op duurzaamheid, dan zou deze op zijn minst gratis moet zijn. Van Wijhe werkt zelf al bijna vijftien jaar versneld aan verduurzaming. Ik besteed mijn geld liever daaraan, dan dat ik zelf moet betalen om gecontroleerd te worden. CSRD must be free!”
Ideeën aanmoedigen
Nog even terug naar het familiebedrijf, waarin men altijd nadenkt over het effect op de volgende generatie. “Kijk, een CEO kan prima een prachtig duurzaam doel formuleren dat op korte termijn scoort. Maar hij heeft er geen last van als het op lange termijn niet werkt. Dan werkt diegene er over het algemeen al niet meer”, zegt Van Wijhe.
In haar familiebedrijf is dat anders. En ze hanteert het langetermijndenken bij alle grote beslissingen. “Soms komt een collega met ingrijpende plannen. Dan moet ik weleens ‘nee’ zeggen. Want het klinkt nu misschien leuk, maar over een paar jaar is diegene weg en zit ik met de gebakken peren. Overigens moedig ik aan de andere kant ideeën van medewerkers juist aan. Mijn mensen zijn essentieel, zonder hen kan ik mijn bedrijf niet runnen. We zijn groot genoeg om mensen een pad te bieden, ze vrij te laten en zich te laten ontwikkelen. Dus ook op dat vlak proberen we gewoon een aangenaam bedrijf te zijn.”