Varkens Nederlandse familiebedrijven veilig

Door de extreme droogte in de VS en Oost-Europa zijn veel maïsoogsten mislukt. Varkenshouders slachten daarom massaal hun varkens omdat de prijzen van voer, dat voornamelijk uit maïs en soja bestaat, voor hen de pan uitrijzen. Bij Nederlandse varkenshouders is dit niet aan de orde, meent Wyno Zwanenburg, voorzitter van de Nederlandse Vakbond Varkenshouders.

Volgens hem zijn Nederlandse varkenshouderijen vooral familiebedrijven. “Zij stoppen privévermogen in hun bedrijf en kunnen zich daardoor geen groot risico veroorloven.” Met dit risico doelt de voorzitter op de Amerikaanse beursgenoteerde megabedrijven die nu varkens slachten, maar waarschijnlijk over een half jaar met een tekort aan varkensvlees zitten. “Deze bedrijven stoppen geen privévermogen in hun onderneming, maar hebben wel met aandeelhouders te maken die constant in hun nek hijgen.”

Andere moraal
Volgens Zwanenburg heerst er ook een ander moraal bij Nederlandse varkenshouders: “Werken in de agrarische sector wordt hier meer gezien als een way of life, met een rendement waar beursgenoteerde ondernemingen voor wegrennen.” De familiebedrijven hier nemen volgens de voorzitter eerder een tweede hypotheek om te voorkomen dat varkens onnodig worden afgemaakt. Amerikaanse collega’s kunnen zich dat met een snel rendement niet veroorloven.

Een ander verschil tussen Nederland en Amerika is dat varkensvoer hier niet alleen uit maïs en soja bestaat, maar ook uit restproducten. Zo levert familiebedrijf Heineken aan varkenshouders bierbostel, een restproduct dat overblijft na het brouwen van bier. Verder eten Nederlandse varkens perspulp en restafval uit de aardappelindustrie. Hierdoor zijn familiebedrijven die varkens houden minder afhankelijk van een mislukte oogst.