“Verkoper bedrijf blijft investeerder op de achtergrond”

Op steeds meer mkb-bedrijven, waaronder veel familiebedrijven, prijkt tegenwoordig het bordje ‘te koop’. Kopers en verkopers tonen zich steeds realistischer, zo blijkt uit een analyse van Fambizz.nl, dat vandaag de Fambizz Bedrijfsoverdrachtadviseurs Top 30 publiceert.

De markt voor de koop en verkoop van mkb-bedrijven maakt een opleving door. Veel ondernemers die de verkoop tijdens de crisisjaren nog uitstelden, zien nu wel kansen om een goede opbrengst voor hun bedrijf te krijgen.

Tom Beltman, bestuurder bij beroepsorganisatie voor Register Valuators NIRV en partner bij fusie- en overnameadviseur Marktlink, signaleert in het eerste kwartaal van 2014 een verdubbeling van het aantal verkooptrajecten ten opzichte van een jaar eerder. Wel ziet hij als gevolg van de crisis een nieuw realisme ontstaan bij zowel kopers als verkopers. “De tijden dat kopers dachten dat een bedrijf alleen maar kon groeien, zijn voorbij. Men is realistischer geworden.”

Normaal
Tegelijkertijd met een nieuw realisme als het gaat om verkoop, is het ook zo dat bedrijfsoverdracht een ‘normaal’ thema is geworden. “Vroeger was het allemaal spannend en moeilijk en mocht niemand ervan weten totdat het allemaal in kannen en kruiken was”, zegt Berrie Abelen, bestuurslid bij de beroepsorganisatie voor specialisten in bedrijfsoverdracht BOBB en directeur bij Adcorporate. “Maar het is gewoon een normale fase in een bedrijf. Vroeger gebeurde het weleens dat een ondernemer stopte en zijn bedrijf ophield met bestaan. Dat is zonde van de werkgelegenheid en de waarde van het bedrijf. En ook onder starters is er het besef dat zij een veel grotere kans van slagen hebben als zij kunnen starten via overname van een bestaand bedrijf.”

Kopers zijn zich veel meer bewust van de risico’s van het starten van een bedrijf, waardoor zij eerder kiezen voor een overname. Hun risico-aversie uit zich ook in de financiering voor overnames, waardoor zij eerder geneigd zijn rendement in te ruilen voor zekerheid. “Het is nog altijd niet zo dat alle overnames slagen, maar kopers beseffen dat wanneer zij voor een minder risicovolle financiering kiezen, het faillissementsrisico ook omlaag gaat”, zegt Beltman. “Veel bankfinanciering leidt tot een hoge financieringsdruk, waardoor de verkoper vaker wordt gevraagd boter bij de vis te doen en een deel van zijn opbrengsten in het bedrijf te laten zitten. Dit maakt van hem een investeerder op de achtergrond.”

Commitment
Kopers nemen genoegen met een lager rendement door de aanwezigheid van een investeerder in het bedrijf, maar zien daar ook een lager risico tegenover gesteld. Aan de andere kant begrijpen verkopers ook steeds beter dat het risico bij een verkoop niet voor de volle 100 procent hoeft over te gaan naar de koper. “Je hoort vaak dat de koper het prettig vindt dat de verkoper een bepaald percentage van het vermogen, bijvoorbeeld 20 procent, in het bedrijf laat zitten en zijn commitment toont. Dat toont veel vertrouwen naar de koper en ook andere financiers zoals de bank”, aldus Beltman.

Volgens Abelen is het problematisch dat familiebedrijven vaak nog erg gebonden zijn aan een vertrouwenspersoon, zoals een accountant. Deze is vaak de spil in het bedrijf, maar heeft lang niet altijd de competenties om een verkooptraject succesvol af te sluiten. “Hij kent de markt niet en heeft ook geen onderhandelingsvaardigheden. Betrek er nou ook andere specialisten bij, dat is veel beter voor je onderhandelingspositie en de uiteindelijke opbrengst wordt daardoor waarschijnlijk ook beter.”

Beurs niet meer sexy
Banken financieren tegenwoordig minder, maar deze trend wordt niet alleen veroorzaakt door de houding van de banken zelf. “Ook kopers willen minder risico lopen”, ziet Beltman. Niet alleen de voormalige eigenaar schiet hierin te hulp als investeerder, ook is er steeds meer geld van investeringsmaatschappijen die zich op de markt voor bedrijfsfinanciering roeren. “Dat komt ook door de lage rentestanden op spaarrekeningen en obligaties. Ook de beurs is niet zo sexy meer. Daardoor komen investeerders steeds vaker bij mkb-bedrijven uit.”

De stijging van het aantal mkb-bedrijven dat op de markt komt, valt zeker ook terug te voeren op het grotere aantal familiebedrijven dat op de markt komt. Nu ondernemers uit de babyboom-generatie steeds meer met pensioen gaan, zoeken zij een opvolger die ze vaak in hun eigen familie niet meer vinden. “De kinderen hebben er vaak geen trek in”, ziet ook Abelen. “Het betreft dan vooral de bedrijven tot 25 man personeel, waarin de ondernemer diverse functies zelf bekleedt omdat het bedrijf te klein is om daar specialisten voor aan te trekken.” De beoogde opvolger, vaak het kind, ziet hoeveel tijd dit vergt en zet dit af tegen de verwachte opbrengst. “De jongere generatie is daar heel nuchter in. Als zij hetzelfde bedrag elders kunnen verdienen met een 40-urige werkweek, vinden zij het ook prima.”

Blijf op de hoogte met onze maandelijkse nieuwsbrief