Een toekomst zonder familiebedrijven?

Nederland bevindt zich in de grootste crisis sinds de Tweede Wereldoorlog. De overheid geeft miljarden euro’s uit om de economie draaiende te houden. Achter de schermen wordt druk gesleuteld aan allerlei fiscale maatregelen. De schatkist moet immers weer gevuld worden.

Eén van de fiscale voorzieningen die ter discussie staat is de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR). Alleen al het plan om deze regeling te versoberen of zelfs af te schaffen doet de emoties binnen familiebedrijven hoog oplopen.

Versobering van de BOR: serieus geld

Het is mei 2020 als Hans Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën, de zogenaamde Bouwstenennotitie naar de Tweede Kamer stuurt. In deze notitie worden meerdere fiscale regelingen opgesomd die volgens de ambtenaren van het ministerie versoberd, dan wel afgeschaft kunnen worden. In de notitie staat keurig vermeld hoe en waarom deze regelingen best wat minder kunnen, maar de echte reden is natuurlijk dat ze geld opleveren. De schattingen lopen uiteen, maar men denkt met het afschaffen van de BOR een slordige 400 miljoen euro op te halen. Da’s serieus geld. Toch?

Tel uit je winst

Mwoah. Dat is volgens ons wel een heel eenzijdige blik op de werkelijkheid. En dat vinden wij overigens niet alleen. Onder meer John Fentener van Vlissingen – toch geen kleine jongen – laat namens de Stichting Familie Onderneming weten dat het afschaffen van de BOR onder de streep niets oplevert. Volgens Fentener van Vlissingen leidt het aan de andere kant namelijk tot minder btw-inkomsten, minder vennootschapsbelasting en ongeveer 90.000 minder arbeidsplaatsen. Over deze mogelijke gevolgen van de afschaffing van de BOR  wordt echter met geen woord gerept in de Bouwstenennotitie. De informatie is weer eens niet volledig.

Steen in de vijver

De gevolgen van deze steen in de vijver zijn echter groot. Het is onrustig in familiebedrijvenland. Onderzoeken van onder meer KPMG schetsen een beeld van bedrijven die in grote onzekerheid verkeren. Niet eens omdat men het geld niet zou kunnen ophoesten, maar vooral ook omdat het ten koste zou gaan van het investeringsvermogen, de innovatiekracht en dus uiteindelijk van de concurrentiepositie van familiebedrijven. Er zijn zelfs eigenaren van familiebedrijven die serieus overwegen om zich elders te vestigen. Dat kan toch niet de bedoeling zijn?

Zand in de motor

Alleen al de onrust die er nu heerst binnen familiebedrijven over de mogelijke afschaffing of versobering van de BOR doet zo veel meer kwaad dan goed. Wat te denken van het vertrouwen van familiebedrijven in de overheid? En dat terwijl we juist nú, met het licht dat gloort aan het einde van de coronatunnel, de blik moeten richten op de toekomst van Nederland. Een toekomst met zó veel uitdagingen op het gebied van duurzaamheid en innovatie. Een toekomst ook waarin het familiebedrijf een grote rol van betekenis kan spelen. Maar dan moet de Nederlandse overheid natuurlijk geen zand in de motor van het bedrijfsleven gaan strooien.

Worstel je als eigenaar of opvolger van een familiebedrijf ook met deze onzekerheden? Wij bieden graag een luisterend oor en denken graag met je mee. Neem vrijblijvend contact met ons op voor een sparringsessie!