Wat is het Patagonia-effect in Nederland?

Wat komt er op het familiebedrijf af? Na het rustige ‘interbellum’ van de coronatijd komen heel veel nieuwe ontwikkelingen op ons af. Op het wereldwijde toneel spelen veel geopolitieke uitdagingen. In de Nederlandse markt spelen voor familiebedrijven thema’s rond toenemende regelgeving en regelgeving voor duurzaamheid, een veranderende arbeidsmarkt en veranderende toezichtnormen. Maar waarom hebben wij nog geen Patagonia? 

Thema’s met zeer verschillende invalshoeken. Als onderneming moet je goed beslagen ten ijs komen om de veelheid aan uitdagingen op zo’n breed veld allemaal het hoofd te bieden. Dit natuurlijk nog naast de ‘gewone’ bedrijfsvoering en strategische keuzes rondom de specifieke markt en producten. Waar leiden deze veranderingen ons naartoe? Welke gevolgen heeft dit voor de familieondernemingen en met name voor de nieuwe generatie die het stokje zou moeten overnemen?

Patagonia-effect

Dit speelt temeer omdat in lang niet alle gevallen de nieuwe generatie het familiebedrijf wil of kan overnemen. In Amerika heeft de oprichter van het Amerikaanse kledingbedrijf Patagonia, Yvon Chouinard, samen met zijn kinderen een andere route gekozen. Dit pad sloeg hij al 1985 in, toen hij besloot om 1% van de omzet aan duurzaamheid te besteden. Patagonia heeft inmiddels een omzet van €3 miljard en maakt €100 miljoen winst. In 2022 heeft Yvon Chouinard de onderneming niet aan zijn kinderen overgedragen, maar heeft hij afstand gedaan van zijn eigendom van het bedrijf door het over te dragen aan een trustorganisatie. De winst wordt, naast duurzame projecten, gebruikt om klimaatverandering beter op de maatschappelijke agenda te krijgen. In Nederland is een dergelijke constructie vrijwel onmogelijk vanwege ons fiscale stelsel. Dat is jammer, want via zo’n constructie zou er meer geld beschikbaar kunnen zijn voor duurzaamheidsinitiatieven. Zie ook Ineke Koele: De Patagonia-revolutie .

Regelgeving op vlak van CSRD

Om toch een bijdrage te leveren aan maatschappij en milieu kan het kan natuurlijk minder rigoureus dan dit voorbeeld van Patagonia, maar de trend is wel om onontkoombaar. Sterker nog, er gelden steeds meer verplichtingen om aandacht aan duurzaamheid te geven. De Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) kondigt al het nieuwe regime aan en geeft de nodige veranderingen voor ondernemingen aan op dit vlak. De CSRD-regelgeving die vanaf volgend jaar ingaat is gericht op het verbeteren van de kwaliteit en de transparantie van de duurzaamheidsverslaggeving van ondernemingen. Bedrijven welke aan twee van de drie criteria voldoen worden verwacht de nieuwe regelgeving te volgen. De betreffende criteria zijn: 1) meer dan 250 werknemers, 2) meer dan €40M omzet, en 3) meer dan €20M totale activa.

In Nederland zullen meer dan 2000 bedrijven aan deze criteria voldoen, naar schatting van KPMG. In 2024, 2025 en 2026 worden de eerste richtlijnen stapsgewijs ingevoerd, waarna in 2028 de meeste ondernemingen aan de eisen moeten voldoen. Onder de nieuwe regelgeving zullen bedrijven verplicht worden om meer en betere informatie te verstrekken over hun duurzaamheidsprestaties.

Er zal meer nadruk moeten komen te liggen op de (maatschappelijke) verantwoordelijkheid van bedrijven. Er zal rekening moeten worden gehouden met de belangen van alle stakeholders van de onderneming, waaronder klanten, leveranciers, medewerkers en de samenleving als geheel. Hoewel de regels in eerste instantie vooral gericht zijn op grote ondernemingen en beursgenoteerde bedrijven, moeten ook familieondernemingen op korte termijn aan de nieuwe eisen voldoen. Het is daarom belangrijk dat familieondernemingen zich bewust zijn van de ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheidsverslaggeving en tijdig maatregelen nemen om hun rapportage en communicatie op dit gebied te verbeteren.

Structuurregime bij familiebedrijven

Omdat de belangen van de stakeholders van de ondernemingen en de maatschappelijke verantwoordelijkheid meer en meer in ogenschouw moeten worden genomen, zullen de ondernemingen ook opener moeten opereren. Dit heeft ook consequenties voor het toezicht op de familiebedrijven. Veel grotere familieondernemingen werken nog traditioneel. Ze voldoen niet altijd aan de nieuwe eisen rond dit toezicht, blijkt uit een rondgang onder specialisten voor familiebedrijven.

De regeling voor de zogenaamde structuurvennootschappen verplicht het instellen van een externe Raad van Commissarissen, naast andere regels. Voor een structuurvennootschap geldt het vereiste dat het kapitaal ten minste een waarde van €16 miljoen bedraagt en er ten minste 100 werknemers actief zijn in Nederland. Er moet dan wel een ondernemingsraad (OR) zijn ingesteld en daar wringt meestal de schoen. In veel gevallen is er geen OR benoemd. Soms is er simpelweg geen belangstelling voor of dit wordt onvoldoende gestimuleerd. Hoewel geen recente studies of publicaties over dit onderwerp te vinden zijn, is de algemene indruk dat nog een zeer groot deel van de familiebedrijven het structuurregime niet heeft toegepast ondanks de omvang van de onderneming.

Stapsgewijze aanpassing naar een nieuw model

De bovengenoemde ontwikkelingen zijn een gevolg van de alsmaar belangrijk wordende maatschappelijke verantwoordelijkheden, ook voor een familiebedrijf. Verantwoordelijkheden die verder gaan dan de belangen van de onderneming zelf of de belangen van de aandeelhouders. Dit vereist misschien wel een aanpassing van het bij familiebedrijven veel gebruikte 3 cirkel model van John Davis. In dit model worden drie belangen van een familieonderneming onderscheiden. Deze belangen die met elkaar interfereren en ook elkaar overlappen worden uitgedrukt in drie cirkels. Een samenspel van deze drie belangen (cirkels) is nodig om een sterke onderneming neer te zetten.

Figuur 1. Het Drie-Cirkel Model van het Familiebedrijfssysteem werd ontwikkeld door Renato Tagiuri en John Davis aan de Harvard Business School. Het werd verspreid in werkdocumenten vanaf 1978. Het werd voor het eerst gepubliceerd in Davis’ proefschrift.

De toename van de maatschappelijke thema’s zoals klimaatveranderingen, CSRD-richtlijnen of veranderend toezicht maken het wellicht noodzakelijk om het model aan te passen. Dit denken gericht op de langere termijn zit overigens bij veel familiebedrijven wel in het DNA. In die zin speelt de maatschappelijke trend naar meer duurzaamheid veel familiebedrijven dus in de kaart. De vraag is dan meer hoe dit beter in te passen in het model van familiebedrijven.

Kader ronde de drie cirkels

Maatschappelijke belangen en regelgeving, het ecosysteem waarin de familieonderneming opereert, zijn het kader rond de drie cirkels in het model. Door zich te focussen op dit domein, wordt het familiebedrijf zich bewust van de kansen en bedreigingen die van buitenaf komen. Op basis hiervan kan zij zich aanpassen aan de veranderingen in de markt en het regulatoire klimaat. Dit kan helpen om het bedrijf veerkrachtiger te maken en het beter in staat te stellen om te groeien op de lange termijn. Maar dan wel duurzaam en maatschappelijk verantwoord.

Kans voor de nieuwe generatie

Het overdragen van de familieonderneming aan de volgende generatie blijft hierdoor mogelijk aantrekkelijk voor deze jonge generatie. Zij zijn gemotiveerder de familieonderneming over te nemen omdat zij de onderneming duurzaam kunnen opzetten en kunnen gebruiken als hefboom om de persoonlijke en maatschappelijke duurzame ambities te verwezenlijken.

Blijf op de hoogte met onze maandelijkse nieuwsbrief